Ga naar inhoud

rorror

Members
  • Aantal items

    4358
  • Registratiedatum

  • Laatst bezocht

Alles dat geplaatst werd door rorror

  1. Afbeeldingen komen hier niet door. Misschien kan je ze op het forum uploaden?
  2. Misschien roetdauw? aangezien er boven de aangetaste bes op de foto een blad te zien is met 'bloedblaarluizen' achtige verschijnselen.
  3. rorror

    Witte kool

    Witte kool ZAAIEN PLANTEN PLANTAFSTAND TUSSEN RIJEN OOGSTEN Februari – April Mei – Juni 60 cm 60 cm vanaf Juni Witte kool heeft een stevige, ronde krop met gesloten bladeren. Witte kool wordt gebruikt om zuurkool van te maken maar is zelf ook buitengewoon heel smakelijk om te eten, en makkelijk klaar te maken. Bovendien kun je er, vanwege de neutrale smaak, eindeloos mee variëren. Zaaien van witte kool Zaai witte kool vanaf eind Januari (onder koud glas of binnen) of vanaf Maart buiten voor in potjes, zaadbakjes of op een zaaibed. Er zijn vele verschillende rassen die allemaal op verschillende tijden gezaaid en geoogst kunnen worden (lente, zomer winter). Zo gebruik je voor bewaarkolen andere rassen dan voor lente witte kool. Vul potjes of een zaaibakje met zaaigrond en druk de grond licht aan. Leg de zaadjes met ruime tussenafstand op de grond en bedek de zaden licht met zaaigrond zodat ze net niet meer zichtbaar zijn. Bevochtig indien nodig de zaaigrond met een vernevelaar. Plaats de zaaibakjes bij een temperatuur van 15-18 graden zodat de zaden snel en goed kunnen kiemen. Meer aandachtspunten voor het zaaien van witte kool lees je hier: zaaien. Na ongeveer 5-10 dagen zijn de zaadjes gekiemd. Zet de rode kool nu op een lichte plaats, bijvoorbeeld in de koude kas of buiten als de temperatuur dat toelaat. Is het kouder dan 15-18 graden zet je ze binnen voor het raam. Let op dat ze zeker niet te warm staan. Kolen laten zich gemakkelijk verplanten. Verspeen rode kool vanaf twee-vier echte bladeren naar een groter potje (9 cm) of direct naar de vaste standplaats in de volle grond. Planten van witte kool De mooiste sluitkolen verkrijgt men op een voedzame, goed bemeste niet al te natte grond. Enkele tuinders melden ons dat de beste resultaten behaald worden met het planten op grond die niet recentelijk omgewoeld. Enkele van deze tuinders spitten/ploegen daarom in het najaar en planten zo rond mei-juni uit. Planten van witte kool doet men vanaf half mei tot eind juni. Bij voorkeur hebben de plantjes dan een viertal echte bladeren en is de pot goed doorworteld. Plant de witte kolen tot net aan het hart en druk de grond stevig aan zodat de plantjes stevig staan. Doe eventueel nog wat kalk in het plantgat en plaats een net of koolkraag. Vergeet niet om plantjes die onder glas of binnen opgekweekt zijn eerst goed af te harden (wiki:Afharden). Geef ruim water. De plantafstand is afhankelijk van het type en ras (zie zaadzakje), meestal 60 x 60 cm. Tip: Gebruik mais als windscherm maar pas op met harde wind. Soms kan het nodig zijn de planten te steunen met stokken. Bemesten Witte kool vraagt een vruchtbare grond met voldoende stikstof en kalium. Werk ruim voor het planten van witte kool een flinke hoeveelheid verteerde mest of compost onder. Een kruiwagen per vierkante meter is ruim voldoende. Geef ongeveer een week voor planten nog een gift met bloed-, vis- en beenderenmeel en / of een bemesting van koemest- of kippenmestkorrels. Geef pas weer mest als de planten al flink gegroeid zijn. Geef dan een stikstofhoudende meststof. Geef bijvoorbeeld een organische bemesting door kippenmestkorrels door de toplaag te werken en/of een dikke mulche van compost aan te brengen. Bijmesten met algemene (kunst)mest behoort ook tot de mogelijkheden. Verzorging van witte kool De teelt van rode kool is vrij zorgeloos. Wel is het aan te raden om op warme dagen water te geven en de bedden onkruidvrij te houden. Verwijder gele, zieke of aangetaste bladeren. Oogsten van witte kool Oogst witte kool wanneer het formaat naar wens is en de kool stevig aanvoelt. Wacht niet te lang anders loop je het risico dat de kool gaat scheuren. Haal de plant indien mogelijk met wortel en al uit de grond en snijdt de witte kool met een deel van de stronk af. Oogst witte kool voor de vorst. {footer-1-content}
  4. Spruitkool / Spruiten ZAAIEN PLANTEN PLANTAFSTAND TUSSEN RIJEN OOGSTEN Februari – April April – Juni 45-60 cm 45-60 cm Augustus – Maart Spruiten hebben een wat negatieve reputatie, voornamelijk onder kinderen. Goed klaargemaakt zijn ze lekker en gezond. De typische spruitjesgeur ontstaat alleen als je ze te lang kookt. Spruiten [...] gemmifera zijn kleine kooltjes die op de stam van de koolplanten groeien. Het is een echte wintergroente, die voor het eerst in Belgie op commerciele schaal werd geteeld. Zaaien van spruiten De raskeuze bepaalt de oogstperiode. Zaai vanaf Maart tot April verschillende rassen met een overlappende oogsttijd zodat je vanaf eind Augustus tot in het voorjaar spruiten kunt oogsten. Vul potjes of een zaaibakje met zaaigrond en druk de grond licht aan. Leg de zaadjes met ruime tussenafstand op de grond en bedek de zaden licht met zaaigrond zodat ze net niet meer zichtbaar zijn. Bevochtig indien nodig de zaaigrond met een vernevelaar. Zet de zaaibakjes ergens neer waar het tussen de 15-18 graden is zodat de zaden snel en goed kunnen kiemen. Meer aandachtspunten voor het zaaien van spruiten lees je hier: zaaien. Na ongeveer 5-10 dagen zijn de zaadjes gekiemd. Zet de spruitkool nu op een lichte plaats, bijvoorbeeld in de koude kas of buiten als de temperatuur dat toelaat. Is het kouder dan 15-18 graden zet je ze binnen voor het raam. Let op dat ze zeker niet te warm staan. Kolen laten zich gemakkelijk verplanten. Verspeen spruitkool vanaf twee-vier echte bladeren naar een groter potje (9 cm) of direct naar de vaste standplaats in de volle grond. Planten van spruiten Spruitkool vraagt een voedzame, goed bemestte niet al te natte grond. Net als de meeste andere koolsoorten worden de beste resultaten behaald met het planten op grond die niet recentelijk omgewoeld. Enkele van deze tuinders spitten/ploegen daarom in het najaar en planten zo rond mei-juni uit zodat de grond voldoende stevig/ingeklonken is. Spruiten kunnen zowel in de volle zon als in de half-schaduw geteeld worden. Plant niet in een vers bemestte grond omdat hierdoor losse in plaats van stevige spruitjes ontstaan. Wisselteelt is bij kolen belangrijk om knolvoet te voorkomen. Plant vanaf Mei-April tot Juni. Bij voorkeur hebben de plantjes dan een viertal echte bladeren (zo’n 15 cm hoog) en is de pot goed doorworteld. Plant de spruitkool tot net aan het hart en druk de grond aan zodat de plantjes stevig staan. Doe eventueel nog wat kalk in het plantgat en plaats een net of koolkraag. Geef ruim water. Vergeet niet om plantjes die onder glas of binnen opgekweekt zijn eerst goed af te harden (wiki:Afharden). De aanbevolen plantafstand bedraagt 60-75 cm voor de hoge rassen en 45 cm tussen de dwergrassen. Hoe dichter je plant hoe kleiner maar wel hoe gelijkmatiger de spruiten. Een grote plantafstand resulteert vaak in grotere spruiten die niet gelijktijdig rijp zijn (wat zowel een voordeel als nadeel is). Bemesten van spruiten Spruitkool heeft een zware bemesting nodig maar plant niet in een vers bemestte grond omdat hierdoor losse in plaats van stevige spruitjes ontstaan. Ook op humusrijke grond doet dit fenomeen zich voor. Werk ruim van te voren een flinke hoeveelheid verteerde mest of compost onder. Een kruiwagen per vierkante meter in het najaar onder gewerkt is ruim voldoende. Geef ongeveer twee weken voor planten nog een gift met bloed-, vis- en beenderenmeel en / of een bemesting van koemest- of kippenmestkorrels. Spruitkool bemest je het beste in meerder beurten. Geef pas weer mest als de planten al wat groter gegroeid zijn. Meestal is omstreeks augustus / september het juiste moment om bij te mesten met enkele theelepels bloedmeel of een soorgelijke stikstofrijke meststof per plant. Verzorging van spruiten Spruitkolen zijn niet alleen grootverbruikers als het om voeding gaat, ook de toegang tot voldoende water is belangrijk. Geef op warme dagen water en houdt het bed onkruidvrij. Aard hoge rassen aan of zet er een stok tegen zodat ze stevig in de grond staan. Verwijder gele, zieke of aangetaste bladeren. Losse en rotte spruiten moeten verwijderd worden. Voor een eenmalige pluk worden planten getopt zodat alle spruitjes gelijk kunnen rijpen. Wel hebben getopte planten sneller last van vorst en valt de oogst later. Oogsten van spruiten Oogst eerst de onderste spruiten zodat de spruiten hoger nog verder kunnen groeien en rijpen. Een ideale grote is 2-3 cm. Snij de spruiten met een mesje van de stam of pluk ze door ze af te breken. Spruitkool kan temperaturen tot ongeveer -10 verdragen maar na strenge vorst is er altijd wel iets van schade. Wat er mis kan gaan: Zie ziektes en plagen bij koolsoorten {footer-1-content}
  5. rorror

    Splitskool

    Splitskool ZAAIEN PLANTEN PLANTAFSTAND TUSSEN RIJEN OOGSTEN Februari - augustus Maart - oktober 40 cm 40 cm Mei - oktober Spitskool ([...] alba subvar. conica) groeit sneller dan witte kool en kan bijna het gehele jaar geteeld worden. Spitskool is minder goed te bewaren. Zaaien van spitskool Zaai spitskool vanaf eind Januari (onder koud glas of binnen) of vanaf Maart buiten voor in potjes, zaadbakjes of op een zaaibed. Er zijn vele verschillende rassen die allemaal op verschillende tijden gezaaid en geoogst kunnen worden (lente, zomer winter). Zaai geselecteerde rassen op de juiste tijd. Zo gebruik je voor bewaarkolen andere rassen dan voor vroege (lente) spitskool. Vul potjes of een zaaibakje met zaaigrond en druk de grond licht aan. Leg de zaadjes met ruime tussenafstand op de grond en bedek de zaden licht met zaaigrond zodat ze net niet meer zichtbaar zijn. Bevochtig indien nodig de zaaigrond met een vernevelaar. Plaats de zaaibakjes bij een temperatuur van 15-18 graden zodat de zaden snel en goed kunnen kiemen. Meer aandachtspunten voor het zaaien van spitskool lees je hier: zaaien. Na ongeveer 5-10 dagen zijn de zaadjes gekiemd. Zet de rode kool nu op een lichte plaats, bijvoorbeeld in de koude kas of buiten als de temperatuur dat toelaat. Is het kouder dan 15-18 graden zet je ze binnen voor het raam. Let op dat ze zeker niet te warm staan. Kolen laten zich gemakkelijk verplanten. Verspeen rode kool vanaf twee-vier echte bladeren naar een groter potje (9 cm) of direct naar de vaste standplaats in de volle grond. Planten van spitskool De mooiste sluitkolen verkrijgt men op een voedzame, goed bemeste niet al te natte grond. Enkele tuinders melden ons dat de beste resultaten behaald worden met het planten op grond die niet recentelijk omgewoeld. Enkele van deze tuinders spitten/ploegen daarom in het najaar en planten zo rond mei-juni uit. Planten van spitskool doet men vanaf half maart tot oktober. Bij voorkeur hebben de plantjes dan een viertal echte bladeren en is de pot goed doorworteld. Plant de rode kolen tot net aan het hart en druk de grond stevig aan zodat de plantjes stevig staan. Doe eventueel nog wat kalk in het plantgat en plaats een net of koolkraag. Geef ruim water. Vergeet niet om plantjes die onder glas of binnen opgekweekt zijn eerst goed af te harden (wiki:Afharden). De plantafstand is afhankelijk van het type en ras (zie zaadzakje), meestal 60 x 60 cm. Bemesting spitskool Spitskool heeft een iets minder zware bemesting dan witte enrode kool nodig vanwege de kortere teeltduur. Spitskooll vraagt een vruchtbare grond met voldoende stikstof en kalium. Werk ruim voor het planten van spitskool een flinke hoeveelheid verteerde mest of compost onder. Een halve kruiwagen per vierkante meter is ruim voldoende. Geef ongeveer een week voor planten nog een gift met bloed-, vis- en beenderenmeel en / of een bemesting van koemest- of kippenmestkorrels. Enkele weken na het planten (4-6 weken) kan men de basisbemesting aanvullen met een organische bemesting door koemest- of kippenmestkorrels door de toplaag te werken en/of een dikke mulche van compost aan te brengen. Bijmesten met algemene (kunst)mest behoort ook tot de mogelijkheden. NPK12+10+18 is de bekendste en best verkrijgbare. Volg de aanwijzingen op de verpakking voor dosering en gebruik. Verzorging van spitskool De teelt van spitskool is vrij zorgeloos. Wel is het aan te raden om op warme dagen water te geven en de bedden onkruidvrij te houden. Verwijder gele, zieke of aangetaste bladeren.n Oogsten van spitskool Oogst spitskool wanneer het formaat naar wens is en de kool stevig aanvoelt. Wacht niet te lang anders loop je het risico dat de kool gaat scheuren. Haal de plant indien mogelijk met wortel en al uit de grond en snijdt de spitskool met een deel van de stronk af. Oogst spitskool voor de vorst. Wat er mis kan gaan: Zie ziektes en plagen bij koolsoorten {footer-1-content}
  6. rorror

    Rode kool

    Rode kool ZAAIEN PLANTEN PLANTAFSTAND TUSSEN RIJEN OOGSTEN Februari - maart Midden mei 75 cm 75 cm Vanaf september Naar verluid is rode kool een van de oudste koolsoorten. Het is een sluitkool: vele stijf tegen elkaar groeiende, overlappende bladeren die een gesloten krop vormen. Andere sluitkolen zijn witte kool, spitskool en savooiekool. Zaaien van rode kool Zaai rode kool vanaf eind Januari (onder koud glas of binnen) of vanaf Maart buiten voor in potjes, zaadbakjes of op een zaaibed. Er zijn vele verschillende rassen die allemaal op verschillende tijden gezaaid en geoogst kunnen worden (lente, zomer winter). Zaai geselecteerde rassen op de juiste tijd. Zo gebruik je voor bewaarkolen andere rassen dan voor lente rode kool. Vul potjes of een zaaibakje met zaaigrond en druk de grond licht aan. Leg de zaadjes met ruime tussenafstand op de grond en bedek de zaden licht met zaaigrond zodat ze net niet meer zichtbaar zijn. Bevochtig indien nodig de zaaigrond met een vernevelaar. Plaats de zaaibakjes bij een temperatuur van 15-18 graden zodat de zaden snel en goed kunnen kiemen. Meer aandachtspunten voor het zaaien van rode kool lees je hier: zaaien. Na ongeveer 5-10 dagen zijn de zaadjes gekiemd. Zet de rode kool nu op een lichte plaats, bijvoorbeeld in de koude kas of buiten als de temperatuur dat toelaat. Is het kouder dan 15-18 graden zet je ze binnen voor het raam. Let op dat ze zeker niet te warm staan. Kolen laten zich gemakkelijk verplanten. Verspeen rode kool vanaf twee-vier echte bladeren naar een groter potje (9 cm) of direct naar de vaste standplaats in de volle grond. Planten van rode kool De mooiste sluitkolen verkrijgt men op een voedzame, goed bemeste niet al te natte grond. Enkele tuinders melden ons dat de beste resultaten behaald worden met het planten op grond die niet recentelijk omgewoeld. Enkele van deze tuinders spitten/ploegen daarom in het najaar en planten zo rond mei-juni uit. Planten van rode kool doet men vanaf half mei tot eind juni. Bij voorkeur hebben de plantjes dan een viertal echte bladeren en is de pot goed doorworteld. Plant de rode kolen tot net aan het hart en druk de grond stevig aan zodat de plantjes stevig staan. Doe eventueel nog wat kalk in het plantgat en plaats een net of koolkraag. Geef ruim water. Vergeet niet om plantjes die onder glas of binnen opgekweekt zijn eerst goed af te harden. De plantafstand is afhankelijk van het type en ras (zie zaadzakje), meestal 60 x 60 cm. Bemesten van rode kool Rode kool vraagt een vruchtbare grond met voldoende stikstof en kalium. Werk ruim voor het planten van rode kool een flinke hoeveelheid verteerde mest of compost onder. Een kruiwagen per vierkante meter is ruim voldoende. Geef ongeveer een week voor planten nog een gift met bloed-, vis- en beenderenmeel en / of een bemesting van koemest- of kippenmestkorrels. Enkele weken na het planten (4-6 weken) kan men de basisbemesting aanvullen met een organische bemesting door koemest- of kippenmestkorrels door de toplaag te werken en/of een dikke mulche van compost aan te brengen. Bijmesten met algemene (kunst)mest behoort ook tot de mogelijkheden. NPK12+10+18 is de bekendste en best verkrijgbare. Volg de aanwijzingen op de verpakking voor dosering en gebruik. Verzorging van rode kool De teelt van rode kool is vrij zorgeloos. Wel is het aan te raden om op warme dagen water te geven en de bedden onkruidvrij te houden. Verwijder gele, zieke of aangetaste bladeren. Oogsten van rode kool Oogst rode kool wanneer het formaat naar wens is en de kool stevig aanvoelt. Wacht niet te lang anders loop je het risico dat de kool gaat scheuren. Haal de plant indien mogelijk met wortel en al uit de grond en snijdt de rode kool met een deel van de stronk af. Oogst rode kool voor de vorst. Wat er mis kan gaan: - Ziektes: - Plagen bij koolsoorten: Tip: Zaai de groenbemesters voederwikke, lupine of klaver onder kolen om onkruid te onderdrukken en de kolen te laten profiteren van de stikstof bindende eigenschappen van deze groenbemesters. Nadelen: moeilijk om bij te mesten, veel werk om ze niet te hoog te laten worden en ze ontrekken ook voedingstoffen en vocht). {footer-1-content}
  7. Rammenas, rettich en daikon ZAAIEN PLANTEN PLANTAFSTAND TUSSEN RIJEN OOGSTEN Deze groenten lijken wat betreft smaak erg veel op de radijs. Het verschil zit hem in de groeiwijze: de wortel groeit zowel boven als ondergronds vele malen langer uit dan radijs. Ook is de smaak meestal iets scherper dan die van radijsjes. Ze behoren tot de koolgroenten en horen in dit wisselteeltvak opgenomen te worden. Zaaien van rammenas, rettich en daikon Zaai zomerrassen van maart tot juli. Winterrassen zaait men vanaf juli tot en met september. Zaai direct in de volle grond. Om ervoor te zorgen dat de rammenas en daikon mooi recht naar beneden kunnen groeien moet de bodem een goede structuur hebben en voldoende los zijn. Zaai om de twee-vier weken om voortdurend te kunnen oogsten. Trek een ondiepe zaaigeul van zo’n 0,5-1 cm diepte en leg elke 2 cm een zaadje. Bedek het zaaigeultje met goed verkruimelde tuingrond of gebruik een laagje fijne potgrond. Druk de grond aan zodat de grond contact maakt met de zaden. Indien nodig geef je voorzichtig water via een broes. De afstand tussen de zaadjes/plantjes bedraagt 10-15 cm en 25-30 cm tussen de rijen. Dun de zaailingen die te dicht op elkaar groeien tijdig uit tot deze plantafstand. Verzorging van rammenas, rettich en daikon Geef water op drogere gronden, haal onkruid weg en dun eventueel uit. Bemesten Rammenas en daikon zijn snelle groeiers en vragen geen zware of speciale bemesing. Ze groeien prima op restmestof uit het vorige seizoen. Geef in ieder geval nooit een verse bemesting door meteen na bemesten te zaaien. Werk liever in de herfst de bemesting door de grond. Een te veel aan stikstof is nadelig voor de groei van de knol omdat het plantje dan meer loof aanmaakt. Bijmest tijdens de teelt is eveneens niet nodig. Oogsten Oogst naar behoefte maar laat ze niet te groot en oud worden. Het beste zijn deze groenten te oogsten met een spitvork zodat je de lange wortels geheel uit de grond kunt halen. De bewaarbaarheid verschilt per ras maar deze is over het algemeen beter dan bij radijs. {footer-1-content}
  8. rorror

    Paksoi

    Paksoi ZAAIEN PLANTEN PLANTAFSTAND TUSSEN RIJEN OOGSTEN Juli-September Februari-April Midden mei 25 cm 25 cm Paksoi (Brassica campestris var. chinensis) is een koolsoort die oorspronkelijk uit Azië komt. Het is een niet sluitende bladkool met knapperige witte stelen en nerven en grote dondergroene bladeren. Zaaien van paksoi Paksoi is nogal een stressgevoelige plant. Tijdens de opkweek is het van belang dat de plant ongestoord kan groeien omdat de plant anders snel doorschiet. Ook planten die voor half-juli gezaaid worden schieten snel door. Het is daarom aan te raden om paksoi vanaf juli tot en met september te zaaien. Vul 5-6 cm potjes met zaaigrond en druk de grond licht aan. Leg in elk potje 1 of 2 zaden en bedek dit met een laagje zaaigrond. Zet de potjes gewoon buiten maar let op dat de temperatuur niet onder de 16 graden komt. Bevochtig indien nodig de zaaigrond met een vernevelaar de grond mag namelijk niet uitdrogen. Het is zeker ook aan te raden om de oogst te spreiden door om de 2 weken een kleine hoeveelheid te zaaien.n Planten van paksoi Paksoi vraagt een goed vocht vasthoudende en voedzame grond. Een open plek met enige beschutting waar enkele jaren geen kolen (wisselteelt) hebben gestaan geeft de beste resultaten. Het gewas verdraagt lichte vorst maar enige bescherming is nodig om goed de winter door te komen. Verzorging van paksoi Vocht is tijdens de groei van groot belang. Zowel als zaailingen als uitgeplant in de volle grond. Geef paksoi daarom op warme dagen water en houdt het bed onkruidvrij. Paksoi schiet snel door, zeker als jonge planten bij temperaturen lager dan 15 graden opgekweekt zijn. Plantjes gezaaid na half juli hebben dit probleem veel minder. Plant paksoi uit als de plantjes groot genoeg zijn, dit is meestal twee-vier weken na zaaien. Ze moeten een aantal echte bladeren hebben maar laat de plantjes in pot niet te groot worden. In potjes hebben ze maar beperkte ruimte om te groeien waardoor ze een kleine groeivertraging oplopen. Dat heeft tot gevolg dat ze eerder zullen doorschieten. Plant de paksoi tot net aan het hart en druk de grond aan zodat de plantjes stevig staan. Geef ruim water. De plantafstand bedraagt 25-30 cm tussen de planten. In het najaar en als je een poging wil wagen met een vroeg zaaisel plant je vroege voorjaar paksoi in een kas. Bemesten van paksoi Werk ruim voor het planten enkele emmers verteerde mest of compost per vierkante meter onder. Geef ongeveer een week voor planten nog een kleine gift met bloedmeel en / of een kleine bemesting met kippenmestkorrels. Deze basisbemesting is meer dan voldoende voor de gehele teeltperiode van paksoi.n Oogsten van paksoi Paksoi oogst je door deze boven de grond af te snijden. Ze vormen eerder een losse krop dan een vaste. Verwerk meteen in een gerecht. Wat er mis kan gaan Ziekten en plagen bij kolen. {footer-1-content}
  9. rorror

    Koolrabi

    Koolrabi ZAAIEN PLANTEN PLANTAFSTAND TUSSEN RIJEN OOGSTEN Februari - juli Maart - augustus 25-30 cm 25-30 cm Mei - oktober Koolrabi wordt nog wel eens over het hoofd gezien terwijl de snelle groei, de smaak en de mooie kleuren het tot een zeer aan te bevelen groente maken. Koolrabi wordt nog al eens verward met koolraap vanwege de gelijkende naam en knolvorming. Beide horen tot de koolfamilie, zie wiki: koolraap. Bij koolrabi groeit de knol boven de grond. Zaaien van koolrabi Koolrabi kan al vanaf Februari onder glas worden gezaaid tot aan juli en tot aan augustus voor oogst van de bladstelen. Het is een snel groeiend gewas dat makkelijk tussen andere trager groeiende koolgewassen geteeld kan worden. Elke drie tot vier weken tot aan juli een kleine hoeveelheid zaaien heeft de voorkeur om de oogst over het seizoen te spreiden. Zaaien in potjes heeft de voorkeur omdat men ze zo op de juiste diepte kan uitplanten. Vul potjes of een zaaibakje met zaaigrond en druk de grond licht aan. Leg de zaadjes met ruime tussenafstand op de grond en bedek de zaden licht met zaaigrond zodat ze net niet meer zichtbaar zijn. Bevochtig indien nodig de zaaigrond met een vernevelaar. Zet de zaaibakjes ergens neer waar het tussen de 16-20 graden is zodat de zaden snel en goed kunnen kiemen. In de volle grond zaaien kan ook, die dit dan omstreeks juni-juli. Leg elke 5cm een zaadje en dun na opkomst uit tot de genoemde plantafstand. Meer aandachtspunten voor het zaaien van koolrabi lees je hier: zaaien. Na ongeveer 5-10 dagen zijn de zaadjes gekiemd. Zet de koolrabi nu op een lichte plaats, bijvoorbeeld in de koude kas of buiten als de temperatuur dat toelaat. Is het kouder dan 12 graden zet je ze binnen voor het raam. Let op dat ze zeker niet te warm staan. Als de zaailingen twee echte blaadjes ontwikkelt hebben verspeen je ze ieder individueel naar een 9-12 cm potje met verse potgrond. Bij het verspenen is het van belang dat je alleen de sterkste zaailingen uitkiest. Hoe het verdere verspenen in zijn werk gaat lees je hier: verspenen Planten van koolrabi Koolrabi groeit goed op alle gronden mits de vochtvoorziening op orde is en voldoende vruchtbaar zijn. Een open plek met enige beschutting waar enkele jaren geen kolen (wisselteelt) hebben gestaan geeft de beste resultaten. Aangezien koolrabi niet zo groot wordt als andere koolgewassen is de plant ook geschikt om in verhoogde bedden / de square foot garden te telen. Koolrabi kan uitgeplant worden vanaf april. Hard de plantjes eventueel ruim voor het uitplanten af. Plant jonge plantjes niet wanneer de temperaturen nog onder de 10 graden liggen omdat ze dan later in het seizoen sneller doorschieten. Koolrabi groeit het beste bij een temperaturen van 18-25 graden. De zaai / plantafstand bedraagt 25-30 cm tussen de plantjes en 25-30 cm tussen de rijen. Plant niet te diep, de verdikking moet straks boven de grond groeien. Bemesten van koolrabi Werk ruim voor het planten van koolrabi een flinke hoeveelheid verteerde mest of compost onder. Een kruiwagen per vierkante meter is ruim voldoende. Geef ongeveer een week voor planten nog een gift met bloed-, vis- en beenderenmeel en / of een bemesting van koemest- of kippenmestkorrels. Verzorging Geef water op warme dagen (ze hebben een beperkt wortelgestel), zeker als de knolletjes zo’n 3-4 cm dik zijn. Bij watertekort vormt de plant vezels waarna deze barst of scheurt. Het is een snelgroeiend gewas dus bijmesten is niet nodig. Zorg wel voor een onkruidvrij bed.n Oogsten van koolrabi Oogst koolrabi als de verdikking zo’n 10 cm groot is. Oudere rassen oogst je eerder ongeveer als ze de grote van een tennisbal bereikt hebben. Wacht je langer worden ze houtachtig. Eenmaal geoogst gaat de kwaliteit snel achteruit. Ze kunnen zowel rauw als gekookt gegeten worden. {footer-1-content}
  10. rorror

    Chinese kool

    Chinese kool ZAAIEN PLANTEN PLANTAFSTAND TUSSEN RIJEN OOGSTEN April – Augustus Mei – September 30-35 cm 40-45 cm Juni – November Chinese kool (Campestris Pekinensis) vormt een dichte openstaande krop met opvallende witte middenribben en is zacht van smaak en knapperig. Zie ook paksoi. Zaaien van Chinese kool Chinese kool schiet snel door. Voor oogst in de zomer zaait men vanaf april binnenshuis of in de kas bij temperaturen van 16-25 graden om doorschieten later in het seizoen te voorkomen. Vooral als je voor half juli zaait komt het nogal eens voor dat Chinese kool doorschiet. Vul potjes of een zaaibakje met zaaigrond en druk de grond licht aan. Zorg voor een effen oppervlak. Leg de zaadjes met ruime tussenafstand op de grond en bedek de zaden licht met zaaigrond zodat ze net niet meer zichtbaar zijn. Bevochtig indien nodig de zaaigrond met een vernevelaar. Zet de zaaibakjes ergens neer waar het tussen de 16-20 graden is zodat de zaden snel en goed kunnen kiemen. Door te temperatuur niet onder de 16 graden te laten komen voorkom je het doorschieten later in het seizoen. Vanaf Juli zaait men buiten, bij voorkeur ook weer in potjes. Ter plekke zaaien kan ook om ze later te verplanten op 30-35 cm van elkaar en 40-45 tussen de rijen. Meer aandachtspunten voor het zaaien van Chinese kool lees je hier: zaaien. Na ongeveer 5-10 dagen zijn de zaadjes gekiemd. Zet de zaailingen nu op een lichte plaats, bijvoorbeeld in de koude kas of buiten als de temperatuur dat toelaat. Als de zaailingen twee echte blaadjes ontwikkeld hebben en/of als de plantjes 7-10 cm hoog zijn verspeen je ze ieder individueel naar een 9-12 cm potje met verse potgrond. Verspeen niet te vroeg probeer de wortels zo min mogelijk te beschadigen om een al te grote groeivertraging te voorkomen. Bij het verspenen is het van belang dat je alleen de sterkste zaailingen uitkiest. Hoe het verdere verspenen in zijn werk gaat lees je hier: verspenen Planten van Chinese kool Chinese kool vraagt een goed vocht vasthoudende en voedzame grond. Een open plek met enige beschutting waar enkele jaren geen kolen hebben gestaan (wisselteelt) geeft de beste resultaten. Het gewas verdraagt lichte vorst maar de kwaliteit gaat dan snel achteruit. Eenmaal goed geworteld kunnen de voorgezaaide plantjes uitgeplant worden. Plant Chinese kool vanaf mei tot september. Hard de plantjes eventueel ruim voor het uitplanten af Voeg in het plantgat wat kalkkorrels toe en zet de planten iets dieper dan dat ze voorheen stonden, zodat de onderste bladeren net boven de grond zitten en druk de grond stevig aan. Plant uit op 30-35 cm tussen de plantjes en 40-45 tussen de rijen. Vergeet niet om plantjes die onder glas of binnen opgekweekt zijn eerst goed af te harden. Bemesting van Chinese kool Werk ruim voor het planten een flinke hoeveelheid verteerde mest of compost onder. Enkele emmers per vierkante meter is ruim voldoende. Geef ongeveer een week voor planten nog een kleine gift met bloedmeel en/of een kleine bemesting met kippenmestkorrels. Deze basisbemesting is meer dan voldoende voor de gehele teeltperiode van Chinese kool. Verzorging van Chinese kool Vocht is tijdens de groei van groot belang. Zowel als zaailingen als uitgeplant in de volle grond. Geef Chinese kool daarom op warme dagen water en houd het bed onkruidvrij. Chinese kool schiet snel door, zeker als jonge planten bij temperaturen lager dan 15 graden opgekweekt zijn. Plantjes gezaaid na half juli hebben dit probleem veel minder. Oogsten van Chinese kool Snijd de kool los van de wortels en verwijder de buitenste bladeren. De kool is een of twee weken te bewaren. De kool kan in elk stadium geoogst worden maar is na 8-10 weken volgroeid. Wat er mis kan gaan: Zie ziektes en plagen bij koolsoorten {footer-1-content}
  11. rorror

    Broccoli

    Broccoli ZAAIEN PLANTEN PLANTAFSTAND TUSSEN RIJEN OOGSTEN Februari – Juni Maart-Augustus 35-45 cm 45-60 cm Vanaf juni Broccoli (Brassica Oleracea) is een gezond en snelgroeiend koolgewas. Na het oogsten van het centrale bloemhoofd (de broccoli) kan je nog weken doorgaan met oogsten van de zijscheuten. Er zijn verschillende soorten, waaronder doorlevende broccoli. Zie ook wiki: sprouting broccoli. Zaaien van broccoli Zaai broccoli vanaf februari onder koud glas, of vanaf maart tot juli buiten. Elke twee tot drie weken tot aan half juni een kleine hoeveelheid van het juiste ras zaaien heeft de voorkeur om de oogst over het seizoen te spreiden. Vul potjes of een zaaibakje met zaaigrond en druk de grond licht aan. Zorg voor een effen oppervlak. Leg de zaadjes met ruime tussenafstand op de grond en bedek de zaden licht met zaaigrond zodat ze net niet meer zichtbaar zijn. Zet de zaaibakjes ergens neer waar het tussen de 15-18 graden is zodat de zaden snel en goed kunnen kiemen. Meer aandachtspunten voor het zaaien van broccoli lees je hier: zaaien.n Na ongeveer 5-10 dagen zijn de zaadjes gekiemd. Zet de broccoli nu op een lichte plaats, bijvoorbeeld in de koude kas of buiten als de temperatuur dat toelaat. Binnen kan ook maar pas op met het binnenshuis voorzaaien, broccoli schiet dan eenmaal uitgeplant sneller door. Een temperatuur rond de 14 graden overdag is voldoende. Als de zaailingen twee echte blaadjes ontwikkelt hebben en/of als de plantjes 7-10 cm hoog zijn verspeen je ze ieder individueel naar een 9-12 cm potje met verse potgrond. Verspeen niet te vroeg probeer de wortels zo min mogelijk te beschadigen om een al te grote groeivertraging te voorkomen. Bij het verspenen is het van belang dat je alleen de sterkste zaailingen uitkiest. Hoe het verdere verspenen in zijn werk gaat lees je hier: verspenen Broccoli kan je ook direct in de volle grond zaaien. Trek een ondiepe zaaigeul van zo’n 0,5-1,5 cm diepte en leg elke 15 cm een zaadje. Bedek het zaaigeultje met goed verkruimelde tuingrond of gebruik een laagje fijne potgrond. Druk de grond aan zodat de grond contact maakt met de zaden. Indien nodig geef je water via een broes. Later dun je uit tot 30-45 cm tussen de plantjes (de plantafstand tussen de rijen is 50 cm). Planten van broccoli Broccoli groeit het beste op goed vruchtbare en vochtvasthoudende grond. Een open plek met enige beschutting waar enkele jaren geen kolen (wisselteelt) hebben gestaan geeft de beste resultaten. Zoals bij alle koolgewassen mag de niet te los zijn omdat de wortels het hele gewicht van de kool moeten dragen. Plant broccoli vanaf maart tot begin augustus. Afhankelijk van de zaaitijd hebben ze dan vier tot zes bladeren en zijn ze ongeveer 15-20 cm groot. Hard de plantjes eventueel ruim voor het uitplanten af (wiki: Afharden). Voeg bij het planten wat kalk toe om de kans op knolvoet aantasting (wiki: knolvoet) te verminderen en zet de planten iets dieper dan dat ze voorheen stonden, zodat de onderste bladeren net boven de grond zitten en druk de grond stevig aan. Vergeet niet om plantjes die onder glas of binnen opgekweekt zijn eerst goed af te harden. De plantafstand van broccoli verschilt nogal eens per ras en per voorkeur van de tuinder. Onderzoek toont aan dat 35-45 cm tussen de plantjes en ongeveer 45-50 cm tussen de rijen mooie gemiddelden zijn. Hoe dichter je plant hoe kleiner de broccoli wordt. Bemesten van broccoli Broccoli vraagt een vruchtbare grond met voldoende stikstof en kalium. Werk ruim voor het planten van broccoli een flinke hoeveelheid verteerde mest of compost onder. Een kruiwagen per vierkante meter is ruim voldoende. Geef ongeveer een week voor planten nog een gift met bloed-, vis- en beenderenmeel en / of een bemesting van koemest- of kippenmestkorrels. Enkele weken na het planten (4-6 weken) kan men de basisbemesting aanvullen met een organische bemesting door koemest- of kippenmestkorrels door de toplaag te werken en/of een dikke mulche van compost aan te brengen. Bijmesten met algemene (kunst)mest behoort ook tot de mogelijkheden. Verzorging van broccoli De teelt van broccoli is vrij zorgeloos. Wel is het aan te raden om jonge plantjes op warme dagen water te geven en de bedden onkruidvrij te houden. Verwijder gele, zieke of aangetaste bladeren. Oogsten van Broccoli Broccoli kan ongeveer elf tot veertien weken na het zaaien worden geoogst. De broccoli bestaat uit vele kleine bloemetjes, je oogst dus in feite de bloemetjes (bloemhoofd) van de broccoli. Het juiste ogenblik om broccoli te oogsten is een paar dagen voor het opengaan van de bloemknoppen. Goed opletten als het warmer wordt dan kunnen de bloemknopjes snel doorschieten. Snijdt de broccoli af met een flink stuk steel. Na de oogst van deze hoofdknop ontstaan er twee tot vier weken later 4-8 zijscheuten / mini – broccoli. De plant kan dan nog wel enkele weken doorgaan met produceren. Indien je dat wilt kun je blijven oogsten tot de plant alles gegeven heeft. Wat er mis kan gaan Ziekten en plagen bij koolgewassen {footer-1-content}
  12. rorror

    Boerenkool

    Boerenkool ZAAIEN PLANTEN PLANTAFSTAND TUSSEN RIJEN OOGSTEN Mei - Juni Juni - augustus 50 cm 50-65 cm Boerenkool ([...] laciniata) is een ideaal gewas om je in de winter te voorzien van verse groenten. Het is een van de meest bekende nateelten. Wat veel mensen niet weten is dat boerenkool ook prima in de zomer geteeld en geoogst kan worden. Bij boerenkool kan men herfstrassen en winterrassen onderscheiden. De rassen voor de herfst teelt oogst je voor de winter (deze kunnen slechts beperkt vorst verdragen). De winterrassen kunnen ongeveer temperaturen tot ongeveer -15 verdragen maar na strenge vorst is er altijd wel iets van schade. Zaaien van boerenkool Boerenkool wordt meestal voorgezaaid in potjes voordat ze uitgeplant wordt in de volle grond. De herfstrassen kunnen in april-mei en de boerenkool voor de winterteelt zaait men omstreeks juni. Later zaaien dan juni betekent bijna altijd een kleinere oogst. Vul potjes of een zaaibakje met zaaigrond en druk de grond licht aan. Leg de zaadjes met ruime tussenafstand op de grond en bedek de zaden licht met zaaigrond zodat ze net niet meer zichtbaar zijn. Bevochtig indien nodig de zaaigrond met een vernevelaar. Zet de zaaibakjes ergens neer waar het tussen de 15-18 graden is zodat de zaden snel en goed kunnen kiemen. Meer aandachtspunten voor het zaaien van boerenkool lees je hier: zaaien. Na ongeveer 5-10 dagen zijn de zaadjes gekiemd. Zet de boerenkool nu op een lichte plaats, bijvoorbeeld in de koude kas of buiten als de temperatuur dat toelaat. Is het kouder dan 15-18 graden zet je ze binnen voor het raam. Let op dat ze zeker niet te warm staan en de potgrond vochtig blijft. Als de zaailingen twee echte blaadjes ontwikkelt hebben verspeen je ze ieder individueel naar een 9-12 cm potje met verse potgrond. Bij het verspenen is het van belang dat je alleen de sterkste zaailingen uitkiest. De plantjes mogen zo diep geplant worden dat de kiemblaadjes net boven de potgrond uitkomen. Hoe het verdere verspenen in zijn werk gaat lees je hier: verspenen. Boerenkool kan je ook direct in de volle grond zaaien omstreeks juni – juli. Trek een ondiepe zaaigeul van zo’n 0,5 -1,5 cm diepte en leg elke 16 cm een zaadje. Bedek het zaaigeultje met goed verkruimelde tuingrond of gebruik een laagje fijne potgrond. Druk de grond aan zodat de grond contact maakt met de zaden. Indien nodig geef je water via een broes. Later dun je uit tot de plantafstand 50 - 65 cm tussen de rijen en 50 cm tussen de plantjes. Planten van boerenkool Boerenkool is een van de gewassen die het op verschillende grondsoorten goed doen. Ideaal is een een voedzame, goed bemeste, niet al te natte grond. Boerenkool kan zowel in de volle zon als in de half-schaduw geteeld worden. De grond mag bovendien niet te los zijn omdat de wortels het hele gewicht van de kool moeten dragen. De voorgezaaide boerenkool plantjes kunnen uitgeplant worden in juni tot augustus. Afhankelijk van de zaaitijd hebben ze dan vier tot zes bladeren en zijn ze ongeveer 15-20 cm groot. Hard de plantjes eventueel ruim voor het uitplanten af. Voeg in het plantgat wat kalkkorrels toe en zet de planten iets dieper dan dat ze voorheen stonden, zodat de onderste bladeren net boven de grond zitten en druk de grond stevig aan. De plantafstand bedraagt 50 - 65 cm tussen de rijen en 45 - 50 cm tussen de plantjes. Bemesten van boerenkool Werk ruim voor het planten een flinke hoeveelheid verteerde mest of compost onder. Een kruiwagen per vierkante meter is ruim voldoende. Werk daarnaast twee weken voor het planten nog een bemesting van koemest- of kippenmestkorrels onder. Als de planten de winter goed door gekomen zijn kun je eventueel in het voorjaar nog een mestgift geven met bij voorkeur een samengestelde vloeibare meststof. Hierdoor krijgt de plant een extra boost om nieuwe zij scheuten te ontwikkelen. Verzorging van boerenkool Bladkool heeft een vrij zorgeloos teeltverloop. Geef jonge boerenkoolplantjes op warme dagen water en houdt het bed onkruidvrij. Aard hoge rassen aan of zet er een stok tegen zodat ze stevig in de grond staan. Verwijder gele, zieke of aangetaste bladeren. Oogsten van boerenkool Oogsten kan het hele jaar door. Ook in juli kan er al geoogst worden, de vorst hoeft niet over de planten heen te zijn geweest voordat je kunt oogsten. Het is wel zo dat een lichte vorstperiode kan zorgen voor een zoetere smaak. Breek het volgroeide blad weg van de stam, start net als bij spruiten bij de onderste bladeren en werk naar boven. Na verloop van tijd verschijnen in de oksels nieuwe kleine blaadjes die men ook mee mag oogsten als ze 10-12 cm groot zijn. Als boerenkool doorschiet wordt de smaak bitter. Eenmaal doorgeschoten is het daarom aangewezen de planten te ruimen. Wat er mis kan gaan: - Ziektes: - Plagen bij koolsoorten: {footer-1-content}
  13. rorror

    Veldsla

    Veldsla ZAAIEN PLANTEN PLANTAFSTAND TUSSEN RIJEN OOGSTEN Augustus - apil - 1 cm 10-30 cm - Veldsla (Valerianella locusta) is een ideale, gezonde en smakelijke winterharde groente, vooral gebruikt als nateelt. Er zijn twee typen veldsla. Kleinbladig (rozetten) Dit type vormt ronde blaadjes die in een dicht roosje bij elkaar zitten. Dit type is winterharder dan de grootbladige maar geeft over het algemeen een iets lagere opbrengst. Grootbladig / breedbladig Dit type vormt brede, lange bladeren en groeit snel. Zaaien Veldsla voor de winterteelt wordt vanaf half augustus tot half september gezaaid om te oogsten vanaf de winter. Zaai je vanaf half september dan valt de oogst na de winter. Onder glas kan je nog wat langer doorgaan met zaaien, tot ongeveer eind september – half oktober. Zaai veldsla bij voorkeur ter plaatse. Trek een ondiepe zaaigeul van zo’n 1-1,5 cm diepte. Zaai niet te dicht op elkaar (hanteer ongeveer 0,5-1 cm tussen de zaadjes) en op rijen (rijafstand 10-20 cm). Bedek het zaaigeultje met goed verkruimelde tuingrond of gebruik een laagje fijne potgrond. Druk de grond aan zodat de grond contact maakt met de zaden. Indien nodig geef je water via een broes. Dun de plantjes uit op 3-10 cm (afhankelijk van type) en hanteer een . Wij hanteren zelf ongeveer 3 cm. Veldsla is een trage kiemer en heeft minimaal 5 dagen nodig om te ontkiemen. Uit onderzoek blijkt dat voorweken niet nodig is. Alleen tijdens droge periodes kan voorweken een slechte opkomst voorkomen. Veldsla kan het hele jaar door gezaaid worden (tot april voor oogst in zomer) maar schiet met hoge temperaturen en laat zaaien snel door. Zaai daarom vanaf het voorjaar steeds kleine hoeveelheden. Verzorging Veldsla is winterhard en kan de hele winter tot ongeveer mei (volle grond) blijven staan. Bij strenge vorst afdekken met vliesdoek. Onder glas zorgen voor voldoende verluchting. Let op: veldsla laat zich makkelijk overgroeien door onkruid. Bemesting Veldsla groeit het beste op de resterende bemesting van de vorige teelt en hoeft dus niet bijgemest te worden. Veldsla is zoutgevoelig, dit is vooral merkbaar wanneer bij de vorige teelt veel kunstmest is gebruikt. Oogsten In de zomer pluk je de grootste blaadjes voor in een gemende salade. Voor de winteroogst laat je de plantjes wat groter worden. Snijd het volledige plantje net boven de grond af. Wat er mis kan gaan Zie ziekten en plagen bij sla. {footer-1-content}
  14. rorror

    Spinazie

    Spinazie ZAAIEN PLANTEN PLANTAFSTAND TUSSEN RIJEN OOGSTEN Maart - september - 1-2 cm 15 cm Naar behoeften Spinazie (Spinacia oleracea) is een gezonde bladgroente die rijk aan mineralen is. Spinazie is voornamelijk een voorjaars- of najaarsgroente maar doet het in de milde Nederlandse zomer ook goed. Een groente voor een jaarronde teelt. Zaaien van spinazie Spinazie kan onder glas vanaf oktober tot februari gezaaid worden en vanaf maart tot september in de volle grond. Zaai de juiste rassen in de juiste periode omdat sommige rassen snel doorschieten. Rondzadige zaden zaai je beter in de zomer omdat deze minder snel doorschieten en snelgroeiende scherpzadige zaden zaai je in koelere perioden. Zaai spinazie bij voorkeur ter plaatse. Trek een ondiepe zaaigeul van zo’n 1-1,5 cm diepte en zaai de zaden dun uit. Bedek het zaaigeultje met goed verkruimelde tuingrond of gebruik een laagje fijne potgrond. Druk de grond aan zodat de grond contact maakt met de zaden. Indien nodig geef je water via een broes. Uitdunnen is niet nodig. Spinazie groeit vrijwel overal maar optimaal is een bodem met voldoende voeding en water die niet te luchtig is. Het gewas kan ook prima in de halfschaduw geteeld worden. Spinazie kiemt slecht bij hoge temperaturen en het zaad veroudert snel. Koop of win bij voorkeur elk jaar nieuw zaad. Zaai om de zoveel weken voor een continue oogst jaarrond. Verzorging Probeer het bed onkruidvrij te houden zodat je tijdens het oogsten geen onkruid meeneemt. Bij droogte en warm weer schiet spinazie snel door, geef daarom tijdens warm weer voldoende water. Bemesten van spinazie Een basisbemesting met verteerde mest, koemest, kippenmestkorrels of compost is voldoende voor spinazie. Werk deze bemesting niet te diep maar wel ruim van te voren in. Oogsten van spinazie Snijd de spinazie af op 2 tot 3 cm boven de grond zodat de plant nogmaals nieuwe bladeren kan aanmaken. Na een tweede oogst worden de planten verwijderd of ondergespit. Let op: na de eerste oogst schiet spinazie snel door, zeker in de zomer. Spinazie opnieuw opwarmen na een warme bereiding is een risico vanwege het hoge nitraatgehalte dat tijdens het opwarmen omgezet wordt in het schadelijke nitriet. De opbrengst bedraagt ongeveer 2-3 kg per m2. {footer-1-content}
  15. Snijsla en pluksla ZAAIEN PLANTEN PLANTAFSTAND TUSSEN RIJEN OOGSTEN Maart - november Maart - november 0,5 - 5 cm 10-20 cm - Snijsla wordt vaak verward met pluksla. Snijsla is sla die men vlak boven de grond afsnijd als de blaadjes 10 tot 15 cm groot zijn. Bij pluksla of stengelsla worden telkens de onderste bladeren geplukt zodat de plant kan doorgroeien waardoor uiteindelijk een kale stengel ontstaat. In dit artikel gaan we in op snijsla, voor pluksla geldt dezelfde teeltbeschrijving als kropsla. Snijsla is ideaal om het hele jaar door te telen en vele malen makkelijker op te kweken dan kropsla. De teelt lijkt veel op die van spinazie. Snijsla Zaaien Er zijn vele mengsels met verschillende sla en vaak ook koolgewassen. De smaak gaat van mild tot pittig. De volgende groenten worden vaak gebruikt in snijsla mengsels maar in principe kan elke sla soort die dicht op elkaar wordt gezaaid dienen als snijsla mengsel: tuinkers, winterkers, bladkoriander, eikenbladsla, mizuna, mosterdblad, bladkool en rucola. Snijsla wordt dik gezaaid en kan zowel op rijen als breedwerpig gezaaid worden. Net als kropsla vraagt snijsla een vochtvasthoudende grond. Voor de rest groeit snijsla vrijwel overal zonder problemen. De teeltduur van snijsla is kort waardoor teeltwisseling maar beperkt nodig is. Trek een ondiepe zaaigeul van zo’n 1 - 1,5 cm diepte en zaai de zaden dun uit. Bedek het zaaigeultje met goed verkruimelde tuingrond of gebruik een laagje fijne potgrond. Druk de grond aan zodat de grond contact maakt met de zaden. Indien nodig geef je water via een broes. Uitdunnen is niet nodig; snijsla vormt namelijk geen krop, maar aparte blaadjes die snel en rechtop groeien. De afstand tussen de rijen bedraagt 10-20 cm. Zaai elke twee weken voor een continue oogst. Elke slasoort (dus ook de zaden van kropsla, pluksla, veldsla) kunnen gebruikt worden als snijsla. Een andere zaaimethode is die van het dun en gelijkmatig uitstrooien van het zaad op een geprepareerd zaaibed. Deze methode is ook zeer goed bruikbaar in potten. Bemesten Een speciale bemesting is niet nodig bij snijsla. Het in de herfst inwerken van goed verteerde mest of compost is een prima basis bemesting. Bemesten vlak voor of na het zaaien is niet aan te raden, evenals bijmesten tijden het groeien. Verzorging Geef sla voldoende water, de grond mag niet uitdrogen omdat sla dan snel doorschiet. Bescherm de plantjes tijdens koude perioden. Oogsten Snijsla wordt geoogst als de blaadjes 10 – 20 cm hoog zijn (afhankelijk van de soorten in het mengsel). Snijd ze met een mest 2 cm boven de grond af zodat ze opnieuw zullen uitgroeien voor een tweede oogst. Snijsla is vele malen makkelijker dan kropsla en bovendien makkelijker te doseren. Wat er mis kan gaan Ziekten en plagen bij sla. {footer-1-content}
  16. rorror

    Snijbiet

    Snijbiet ZAAIEN PLANTEN PLANTAFSTAND TUSSEN RIJEN OOGSTEN Maart - augustus April - september 10-30 cm 40-45 cm Naar behoeften Snijbiet (Beta Vulgaris var cicla) staat ook wel bekend als warmoes en is familie van de biet. De gelijkenis houdt echter op bij het blad, snijbiet vormt grote eetbare bladeren en maar hele kleine (niet altijd eetbare) knollen. De bladeren kunnen rood, roze, oranje/geel of wit van kleur zijn met een donker- of lichtgroene bladkleur. Zaaien en planten van snijbiet Zaai snijbiet vanaf half maart tot augustus direct in de volle grond. Trek een ondiepe zaaigeul van zo’n 1-2 cm diepte en leg elke 5 cm een zaadje. De afstand tussen de rijen bedraagt ongeveer 40-45 cm. Bedek het zaaigeultje met goed verkruimelde tuingrond of gebruik een laagje fijne potgrond. Druk de grond aan zodat de grond contact maakt met de zaden. Indien nodig geef je water via een broes. Na opkomst laat je de zaailingen groeien en dun je de planten uit naarmate ze verder groeien (of beter gezegd oogst je de uitgedunde plantjes voor in de sla). Zorg dat je de sterkste zaailingen overhoudt. Dun uiteindelijk uit tot 30 cm tussen de plantjes om zo later grotere planten te krijgen. Dun uit tot 10 cm tussen de planten voor jonge bladeren voor in de salade. Snijbiet kan ook goed in pot geteeld worden maar houdt er rekening mee dat de planten heel groot kunnen worden. Snijbiet groeit overal vrij gemakkelijk maar optimaal is een niet te zure grond die vocht vasthoudend is en voldoende organisch (vruchtbaar) materiaal bevat. Verzorging Vlak na het zaaien en opkomst het bed onkruidvrij houden en regelmatig schoffelen. Naarmate het gewas groeit vraagt het steeds minder verzorging. Alleen tijdens hele droge periode geef je water. Voor bemesting/mulch tijdens het groeiseizoen zie: bemesting. Snijbiet is licht vorstbestendig. Bemesting van snijbiet Werk een basis bemesting van compost of verteerde mest door de grond. Vul de compost aan met een stikstofrijke organische mest als kippenmest of bloedmeel. Geef, indien nodig, tijdens het groeiseizoen nogmaals een stikstofrijke mest. Mulch de snijbietplanten met compost om onkruid tegen te gaan en vocht vast te houden. Oogst van snijbiet Snijbiet kan op twee manieren geoogst worden. Oogst de buitenste bladeren van de plant door ze tot op 3cm boven de grond af te snijden als ze 20 tot 30 cm groot zijn. Probeer het hart inact te houden zodat de plant nieuwe bladeren kan vormen. Blijf op die manier oogsten, dit bevordert de aanmaak van nieuwe bladeren waardoor de oogst door kan gaan tot de eerste vorst. Als alternatief kun je ongeveer 60 dagen na planten de gehele plant oogsten door deze boven de grond af te snijden. {footer-1-content}
  17. rorror

    Sla

    Sla ZAAIEN PLANTEN PLANTAFSTAND TUSSEN RIJEN OOGSTEN Januari - november Maart - november 20-30 cm 20-30 cm - Sla (lactuca sativa capitata) is het hele jaar door te telen. In de koude maanden teelt men speciale rassen die goed tegen lage temperaturen kunnen, bij voorkeur in de kas. In de zomermaanden kiest men rassen die minder snel doorschieten. Sla zaaien Zaai sla vanaf januari-februari binnen, vanaf maart-april onder glas en de rest van het jaar buiten. Vul potjes, een zaaibakje of een zaaitray met zaaigrond en druk de grond licht aan. Leg de zaadjes met ruime tussenafstand op de grond. Sla is namelijk een lichtkiemer, dat betekent dat het zaad nauwelijks onder de oppervlakte mag liggen. Bedek de zaden dus met een zeer dun laagje grond en bevochtig met een vernevelaar/plantenspuit. Het zeer dunne laagje zaaigrond mag niet uitdrogen tijdens het kiemen. Controleer dit regelmatig en bevochtig de grond met een vernevelaar indien nodig. Sla kiemt het beste bij 10-15 graden Celsius. Bij temperaturen hoger dan 20 graden kiemt sla nauwelijks, zaai je in de zomer zorg dan voor een koele plek. Je kunt de zaaigrond ook eerst van te voren afkoelen door deze te begieten met water. Direct in de volle grond zaaien kan ook. Zaai op een zaaibed en verplant de zaailingen als ze ongeveer 6 cm hoog zijn of zo’n vijf tot zes blaadjes hebben op onderstaande plantafstand. Dun zwakke plantjes tijdig uit en gebruik ze in een salade. Zie ook snijsla/pluksla. Tip: Zaai sla om de twee weken om continu over verse sla / kropsla te beschikken. Na ontkiemen van de zaadjes zet je de plantjes op een lichte plaats, bij voorkeur buiten als de temperatuur dat toelaat. De temperatuur moet zo tussen de 12-20 graden schommelen, bij hogere of lagere temperaturen schieten plantjes later sneller in het zaad. Heb je de zaadjes in een zaaibakje gezaaid en staan ze dicht op elkaar? Verspeen de plantjes dan als de eerste blaadjes te zien zijn naar kleine potjes of een zaaitray met verse potgrond. Laat de grond niet uitdrogen. Sla planten Plant sla als de zaailingen ongeveer 6 cm hoog zijn of zo’n vijf tot zes blaadjes hebben en de potjes goed geworteld zijn. Hard de plantjes af voor het uitplanten. De plantafstand bedraagt 20-30 cm in alle richtingen, plant je dichter bij elkaar dan neemt de grootte van de krop af en is er meer kans op ziekten en schimmels. Plant de sla even diep als dat ze tijdens het verspenen zijn gezet, de kluit gelijk met de grond of net iets erboven. Zorg wel voor voldoende licht (al is in de zomer de halfschaduw ook prima). Sla bemesten Werk ruim van te voren een basis bemesting van goed verteerde mest, compost, koemestkorrels of kippenmestkorrels onder. Bemesten van sla voor het planten/zaaien en tijdens de groei is niet aan te raden. Wintersla Speciale aandacht voor het zaaien van speciale winterrassen eind september-oktober. Zaai deze voor in potjes, verspeen ze naar aparte potjes en plant ze daarna uit in de kas. Planten in de volle grond behoort ook tot de mogelijkheden maar de kans is aanwezig dat ze de strenge vorst niet overleven. Dek de plantjes in de volle grond in ieder geval tijdig af met een dubbele laag vliesdoek! Verzorging Geef sla voldoende water, de grond mag niet uitdrogen omdat sla dan snel een bloemstengel aanmaakt. Water geven op de laatste 10 dagen voor de oogst komt de kwaliteit van de sla ten goede. Bescherm de plantjes tijdens koude perioden. Strooi eventueel slakkenkorrels<+LINK>. Sla oogsten Snijd de krop vlak boven de grond af. De bladeren van kropsla zijn los te oogsten maar wachten tot er een krop is gevormd is ideaal. Wat er mis kan gaan Ziekten en plagen bij sla {footer-1-content}
  18. rorror

    Radijs

    Radijs ZAAIEN PLANTEN PLANTAFSTAND TUSSEN RIJEN OOGSTEN Februari-September - 2-3 cm 10-15 cm Maart – November Radijs wordt gegeten om zijn bolle, (meestal) rode wortels en soms ook om het blad en de onvolgroeide zaaddozen (ook wel radijspeultjes genoemd). De groente staat vooral bekend staat om zijn pittige maar verfrissende smaak. Naast rode radijsjes verschijnen er in de zaadcatalogussen steeds vaker anders kleurige en anders smakende radijssoorten. Zaaien radijs Zaai radijzen vanaf februari tot in september direct in de volle grond. Ze laten zich slecht verplanten en in de zomer schieten ze sneller door. Zaai om de twee weken om voortdurend te kunnen oogsten. Trek een ondiepe zaaigeul van zo’n 0,5-1 cm diepte en leg elke 2 cm een zaadje. Een plekje met zon of half zon is ideaal voor de radijs. Al moet het in de zomer niet al te zonnig en warm worden. Op een te warme standplaats schiet de plant door en gaat bloeien in plaats van een dikke wortelknol vormen. Vermijd kweken tijdens de heetste periode van het jaar. Bedek het zaaigeultje met goed verkruimelde tuingrond of gebruik een laagje fijne potgrond. Druk de grond aan zodat de grond contact maakt met de zaden. Indien nodig geef je voorzichtig water via een broes. De afstand tussen de zaadjes/plantjes moet uiteindelijk 2-3 cm zijn. Zaai bij voorkeur op rijen (hanteer zo’n 10-15 cm tussen rijen). Dun de zaailingen die te dicht op elkaar groeien tijdig uit tot deze plantafstand. Dit uitdunnen is zeker nodig anders ontwikkelt de radijs weinig knol en veel loof. In principe is radijs een snelle groeier die overal tussen en voor gezaaid kan worden. Bij voorkeur op een open plek en in de zomer ook in de halfschaduw. Kanttekening hierbij is dat radijs tot de koolsoorten behoort en daarom opgenomen moet worden in het zelfde wisselteeltvak. De bodem heeft bij voorkeur een goede structuur en houdt voldoende vocht vast. Verzorging van radijs Geef voldoende en met regelmaat water: bij te weinig water zal de smaak van radijzen pittiger zijn dan wanneer ze veel water krijgen. Let op met het water geven op droge gronden, radijs scheurt/barst dan snel. Haal onkruid weg. Bemesten van radijs Radijs is een snelle groeier en vraagt geen zware of speciale bemesting. Ze groeien prima op de rest meststof uit het vorige seizoen. Geef in ieder geval nooit een verse bemesting door meteen na bemesten te zaaien. Een te veel aan stikstof is nadelig voor de groei van de knol omdat het plantje dan meer loof aanmaakt. Bijmesten tijdens de teelt is eveneens niet nodig. Oogsten van radijs Oogst radijs naar behoefte maar laat radijsjes zeker niet te groot worden omdat dit tot voosheid en bitterheid kan leiden. De smaak van een radijs is afhankelijk van het ras en de teeltmethode. Wacht niet te lang met het uit de grond trekken van de radijsjes, anders heb je kans dat ze doorschieten. Tip: Radijs is ideaal als tussengewas bij traaggroeinde planten. Ze behoren echter tot de koolsoorten dus denk aan de wisselteelt. Zaai radijs tegelijk uit met wortel om zo de rijen te markeren. Als de wortels eenmaal beginnen te groeien zijn de radijsjes al oogstklaar. Wat er mis kan gaan - Ziekten: - Plagen bij koolgewassen: {footer-1-content}
  19. Oosterse kool-bladgewassen Voeg afbeelding in. ZAAIEN PLANTEN PLANTAFSTAND TUSSEN RIJEN OOGSTEN vervang tekst vervang tekst vervang tekst vervang tekst vervang tekst vervang tekst vervang tekst {footer-1-content}
  20. Nieuw-Zeelandse spinazie ZAAIEN PLANTEN PLANTAFSTAND TUSSEN RIJEN OOGSTEN Maart - juni - 50 cm 50-75 cm - Nieuw-Zeelandse spinazie (Tetragonia expansa) is een mooi alternatief voor de soms lastige zomerteelt van spinazie (snel doorschieten, slechte kieming). Het zomerweer vormt geen probleem voor de Nieuw-Zeelandse spinazie. Zaaien Nieuw-Zeelandse spinazie Zaai Nieuw-Zeelandse spinazie bij voorkeur ter plaatse. Nieuwzeelandse spinazie is gevoelig voor vorst en daarom kan je pas zaaien vanaf half mei. Wil je eerder zaaien dan mei, dan dien je Nieuw-Zeelandse spinazie voor de zaaien in potjes en deze eind mei uit te planten. Ter plekke in de volle grond is de werkwijze als volgt: Trek een ondiepe zaaigeul van zo’n 1-1,5 cm diepte en zaai de zaden dun uit. Bedek het zaaigeultje met goed verkruimelde tuingrond of gebruik een laagje fijne potgrond. Druk de grond aan zodat de grond contact maakt met de zaden. Indien nodig geef je water via een broes. Na opkomst laat je de zaailingen groeien en dun je de planten uit naarmate ze verder groeien (of beter gezegd oogst je de uitgedunde plantjes voor in de sla). Zorg dat je de sterkste zaailingen overhoudt. Dun uiteindelijk uit tot 50 cm tussen de plantjes om zo later grotere planten te krijgen. Spinazie groeit vrijwel overal maar optimaal is een bodem met voldoende voeding en water die niet te luchtig is. Het gewas kan ook prima in de halfschaduw geteeld worden. Bemesten Nieuw-Zeelandse spinazie Een basisbemesting met verteerde mest of compost is voldoende voor spinazie. Werk deze bemesting niet te diep in. Een toevoeging van een stikstofrijke mest als kippenmest mag maar overdrijf niet. De plant groeit in het begin wat traag. Laat je niet verleiden om bij te mesten, dit is normaal en de plant zal spoedig sneller gaan groeien. Oogsten Nieuw-Zeelandse spinazie Oogst de bladeren en jonge stengeltoppen. De plant vertakt zich na het oogsten sterk zodat meerdere malen geoogst kan worden. De opbrengst per plant kan vrij groot zijn. Het blad en stengeltoppen wordt op dezelfde manier als spinazie verwerkt en bewaard. {footer-1-content}
  21. rorror

    Molsla

    Molsla ZAAIEN PLANTEN PLANTAFSTAND TUSSEN RIJEN OOGSTEN - - - - - Molsla wint aan populariteit. Deze verbeterde versie van de welbekende normale paardenbloem wordt voornamelijk gebleekt gegeten. Molsla / paardenbloem zaaien Zaai molsla in het voorjaar op rijen met elke 5 cm een zaadje en de afstand tussen de rijen op 30 cm. Zaaien kan vanaf maart t/m juni. Na opkomst wordt uitgedund tot 15 cm tussen de planten en laat je ze de hele zomer groeien zodat ze net als witlof penwortels ontwikkelen. In het najaar zo rond november wordt het loof ingekort op 3 cm boven het hart. Dek af met wat lichte /losse tuingrond (net als een molshoop, waar de naam van molsa naar verwijst) en zet er een omgekeerde bloempot over. In het voorjaar rond februari maart kun je de gebleekte bladeren oogsten door het blad af te snijden boven het hard. Je kunt dan een tweede oogst verkrijgen. Zie ook dit bericht op het forum (met foto’s), Molsla als witlof Het is ook mogelijk om molsla al in de winter te eten. Ze worden dan net als witlof in het donker opgekweekt. Rooi voorzichtig de wortels en snijdt het loof op 3 cm boven de wortel af. Plant ze in een emmer en zet weg in een donkere ruimte (of een niet licht doorlatende emmer er overheen) Molsla als vaste plant Molsla is verder interessant omdat als je elke keer na de eerste of tweede oogst de bedekking wegneemt en de plant weer laat groeien deze zich helemaal hersteld. Nadat de molsla dan in november weer op kracht is gekomen bedek je hem weer met grond en een omgekeerde bloempot. Deze cyclus kan wel enkele jaren doorgaan. De kwaliteit neemt echter wel elk jaar af. Wij raden daarom aan om elk jaar opnieuw te zaaien. {footer-1-content}
  22. rorror

    Mizuna en mibuna

    Mizuna en mibuna ZAAIEN PLANTEN PLANTAFSTAND TUSSEN RIJEN OOGSTEN februari-september - 25-45 cm 25-45 cm - Mizuna is een aziatisch koolgewas dat te telen is als pluksla. De Nederlandse benaming is: Japanse mosterd. Mizuna is zeer geschikt voor een salade maar kan ook gestoomd worden zoals andere bladgroenten (bv. spinazie) Zaaien Mizuna is een- of tweejarig. Het plantje kan zowel koude winters (-10) als hete zomers overleven (“it is almost indestructible”). In Japan groeit het gedurende de wintermaanden. Zaaien van mizuna kan het hele jaar door want de groente schiet niet snel door. Zaaien kan ter plekke eind lente tot de eerste helft van de herfst, of eerder in de lente onder glas in modules om ze later uit te planten. Zo kan je eind van de zomer zaaien en de plant uitplanten in de kas of koude bak om zo in de winter te kunnen oogsten. Het blad van de zaailingen kan al na 3 weken geoogst worden, volgroeide planten na acht tot tien weken. De planten kunnen na afsnijden meerdere keren opnieuw uitlopen. Planten De plantafstand voor planten die jong geoogst worden als pluksla is 10 cm. Als je ze zaait voor oogst als pluk- / snijsla is het geschikt als tussengewas. Voor grotere planten bedraagt de plantafstand 45 cm. Let op voor de wisselteelt in de volle grond: mizuna en mibuna behoren tot de brassica familie net zoals rucola. Mizuna Mizuna (Brassica rapa var. Nipposinica) heeft donkergroene, glanzende en diep ingesneden, bijna geveerde bladeren en dunne, witte, sappige stengels in een bijna 45 cm brede en 25 cm hoge rozet. Bovendien is de plant zeer decoratief en past heel erg goed in de makkelijke moestuin. Mizuna heeft een zachte mosterd en peper smaak. De jonge en zachte bladeren worden rauw gegeten, de grotere bladeren kunnen ook gekookt gebruikt worden. Mibuna Mibuna is nauw verwant met mizuna maar heeft grotere en meer afgeronde, niet ingesnede, bladeren. De smaak is licht peperachtig zoals jonge rucola maar de smaak wordt niet heftiger als de bladeren groeien zoals bij rucola wel het geval is. De teelt en eigenschappen (zoals winterhardheid) zijn hetzelfde als Mizuna. {footer-1-content}
  23. rorror

    Ijsbergsla

    Ijsbergsla ZAAIEN PLANTEN PLANTAFSTAND TUSSEN RIJEN OOGSTEN Maart - juli Maart - augustus 35-40 cm 35-40 cm Mei - oktober De teelt van ijsbersla (lactuca sativa capitata) is te vergelijken met die van kropsla. Toch zijn er een aantal aandachtspunten om de teelt van ijsbersla tot een succes te maken. Een daarvan is het kiezen van de juiste rassen in het juiste seizoen. Zaaien en planten ijsbergsla De zaden van ijsbergsla ontkiemen het beste bij een temperatuur 15 graden. Zaai ijsbergsla vanaf januari binnenhuis en vanaf eind februari–maart in de koude kas en later gewoon buiten tot en met juli. Temperaturen warmer dan 20 graden zijn nadelig voor het ontkiemen en voor de verdere kropvorming (zie hieronder). Het is aan te raden om ijsbergsla in potjes voor te zaaien. Vul potjes, een zaaibakje of een zaaitray met zaaigrond en druk de grond licht aan. Leg de zaadjes met ruime tussenafstand op de grond en bedek de zaden met een dun laagje zaaigrond. Bevochtig indien nodig de zaaigrond met een vernevelaar, de grond mag niet uitdrogen. Na ongeveer een week komen de zaadjes uit. Zet de zaailingen nu op een lichte plaats. Als de zaailingen de eerste echte blaadjes ontwikkeld hebben verspeen je ze ieder individueel naar kleine potjes of een zaaitray met verse potgrond. Direct in de volle grond zaaien kan ook, dun dan tijdig uit. Na 3-4 weken kunnen de plantjes verhuizen naar hun difinitieve plaats in de volle grond. Dit is omstreeks maart t/m april als er geen kans meer is op nachtvorst. De plantafstand bedraagt zo’n 35-40 cm in elke richting. Tip: Zaai elke 3 weken een aantal zaden om zo de oogst te kunnen spreiden. Verzorging Geef sla voldoende water, de grond mag niet uitdrogen. Vooral bij hoge temperaturen geef je dagelijks water. Wat er mis kan gaan Zie Ziekten en plagen bij bladgroenten. Ijsbergsla bemesten Werk ver van te voren goed verteerde mest, compost, koemest- of kippenmestkorrels onder. Bemesten voor het planten/zaaien en tijdens de groei is niet aan te raden. Een zware stikstof bemesting is eveneens uit den boze. Kropvorming ijsbergsla Bij ijsbergsla duurt het, in vergelijking tot kropsla, langer voordat er een krop wordt gevormd. Je kunt natuurlijk de ijsbergsla ook oogsten voor de krop, de bladeren zijn dan ook knapperig. De voornaamste oorzaak dat ijsbergsla niet kropt is een te hoge temperatuur (net zoals alle sla eigenlijk). De temperatuur beïnvloedt de kropvorming negatief. Het gaat dan vooral om de hoge temperaturen in de zomermaanden. Deze zorgen er voor dat de ijsbergsla in plaats van het vormen van een krop zijn energie gaat steken in de bladgroei. De bladeren krullen dan niet naar binnen. Zorg dus dat de krop al gevormd is voordat de temperaturen op zijn hoogtepunt zijn in de zomer (zaai dus redelijk vroeg, rond maart-april). Ijsbergsla oogsten Als de planten een krop hebben gevormd oogst je. Snijd de kroppen los van de grond en verwijder de buitenste bladeren. De ijsbergsla is nu ongeveer een week houdbaar. {footer-1-content}
  24. rorror

    Andijvie

    Andijvie ZAAIEN PLANTEN PLANTAFSTAND TUSSEN RIJEN OOGSTEN Maart - september April - september 35-40 cm 35-40 cm Vanaf mei Andijvie (Cichorium endivia) vormt een losse krop en het blad kan zowel rauw als gestoofd gegeten worden. Andijvie is door zijn gevoeligheid voor doorschieten een echte herfstgroente. Tegenwoordig is er een keur aan nieuwe rassen en kan er ook in het voorjaar gezaaid worden. Andijvie zaaien en planten Andijvie kan het hele jaar door worden gezaaid, al is de herfstteelt de meest toegepaste. Zaai andijvie bij een temperatuur van 15-20 graden en kweek de plantjes ook op bij deze temperatuur. Hiermee wordt doorschieten (vormen van een bloemstengel) voorkomen. Dat betekent dat je omstreeks maart - mei binnenshuis of in de kas zaait en omstreeks juni - september buiten. Vul potjes, een zaaibakje of een zaaitray met zaaigrond en druk de grond licht aan. Leg de zaadjes met ruime tussenafstand op de grond en bedek de zaden met een dun laagje zaaigrond. Bevochtig indien nodig de zaaigrond met een vernevelaar, de grond mag niet uitdrogen. Na ongeveer een week komen de zaadjes uit. Zet de zaailingen nu op een lichte plaats. Als de zaailingen de eerste echte blaadjes ontwikkeld hebben verspeen je ze ieder individueel naar kleine potjes of een zaaitray met verse potgrond. Direct in de volle grond zaaien kan ook, dun dan tijdig uit. Andijvie kan uitgeplant worden vanaf april - september. Andijvie telen we bij voorkeur op een zonnig plekje. De groente vraagt een goed vochtvasthoudende grond met een goede structuur maar doet het verder op alle gronden goed. Vier of vijf weken na het zaaien kunnen de plantjes verplant worden naar de volle grond. De plantafstand bedraagt 35-40 cm in alle richtingen. Plant niet te diep. Verzorging Geef andijvie voldoende water op warme dagen en verwijder onkruid. Andijvie bemesten Werk ver van te voren een basisbemesting van goed verteerde mest of compost onder. Koemest- of kippenmestkorrels behoren ook tot de mogelijkheden. Bemesten voor het planten/zaaien, tijdens de groei en een zware stikstof bemesting zijn niet aan te raden. Andijvie bleken Met de nieuwe generatie andijvie rassen is bleken veel minder nodig. Bleken van andijvie wordt gedaan om de krop malser en minder bitter te maken. De meest gebruikte methode is het bedekken van het hart van de plant met een bord of schaaltje. Andijvie oogsten Oogst andijvie door de krop vlak boven de grond af te snijden. Andijvie kan tegen lichte vorst maar wordt wel het beste afgedekt worden vliesdoek. Bij strenge vorst gaat andijvie verloren, oogst dus tijdig. Wat er mis kan gaan Zie ziekten en plagen bij bladgroenten. {footer-1-content}
  25. @Ruderalis Jouw plant is al 4x groter dan de mijne. 😮
×
×
  • Nieuwe aanmaken...