Ik heb vandaag alle venkel gerooid.

Alles was doorgeschoten met een flinke pijp helaas.

Heeft dit te maken met het weer en hoe kan ik dit

proberen te voorkomen.

 

mvg

 

Tom

Hallo Tom, welkom op het forum. Dit vond ik op het internet:

 

Oorzaak

Er zijn een aantal oorzaken aan te wijzen voor het doorschieten van venkel. Het is een gewas dat snel en regelmatig moet kunnen doorgroeien; op een groeistilstand reageert venkel met doorschieten. Knolvenkel kan ook doorschieten als de groeiomstandigheden slecht zijn - een te arme of te droge bodem bijvoorbeeld. En ook hoge temperaturen bevordert het schieten. Zeer warme zomers zijn ongunstig voor venkel. Koele, niet te natte zomers, zijn ideaal.

 

Voorkomen

Vroege teelt : zaaien onder warm glas vanaf begin maart. Daarna verspenen in potjes en na een opkweekperiode van ongeveer vier weken uitplanten op 30 cm x 30 cm. Beter is nog om rechtstreeks in potjes te zaaien. Dan wordt de kans op doorschieten nog kleiner. Oogsten kan dan vanaf juli. Kies voor deze teelt een geschikt, modern ras.

 

Het risico van doorschieten neemt sterk af wanneer gezaaid wordt na 21 juni. De klassieke herfstteelt wordt ter plaatse gezaaid vanaf juni tot half-juli. Maar eigenlijk is het veel eenvoudiger ook hier te werken met de methode 'zaaien/verspenen/uitplanten' Venkel zaaien op een plantenbed is geen goed idee. het uitplanten van de losse planten veroorzaakt een groeistilstand met bloemvorming tot gevolg. Hier kun je wat ruimere rijen nemen, zodat de afstand uiteindelijk 45 x 25 cm is (het aantal planten (8-9 planten per m²) blijft hetzelfde).

 

Gebruik knolvenkelzaden die minder schietgevoelig zijn, en daardoor eventueel ook vroeger gezaaid kunnen worden.

Voldoende afstand tussen de planten, 40 à 45cm, en regelmatig water geven want venkel verdraagt slecht droogte.

Ja heeft met de weersomstandigheden van de afgelopen periode te maken. Voorkomen door er voor te zorgen dat de venkel geen groei stilstand oploopt, omdat je dit niet altijd in de hand hebt helpt het telen van nieuwe rassen ook wel wat.