Waarom meer of minder bloesem per jaar?

[appeltje voor de dorst]

Waarom hebben de fruitbomen het ene jaar meer bloesems dan het andere, oftewel waarom hebben we goede en minder goede fruitjaren, je hoort nog wel eens de uitdrukking van een goed appeljaar? En dan doel ik niet op vorst of hagelschade. Ik heb bijv. dit jaar veel meer bloesems in de bomen dan andere jaren! Dit ook in de oudere bomen. Waardoor komt dat?

[Jorieke123]

@appeltje voor de dorst ik heb de titel wat aangevuld, zo ziet men meteen wat (zo ongeveer) de vraag is. 

[Patrijs]

Behalve de invloed van het klimaat kunnen  bijv. appelbomen ook beurtjaren hebben:

Beurtjaar - Wikipedia

[Stan W]

Kan zoals Patrijs hierboven aangeeft aan de beurtjaren liggen, een aantal rassen zijn daar extra gevoelig voor. Daarnaast heeft het vaak ook met de koudebehoefte te maken. Afgelopen winter was eindelijk weer eens vrij normaal met redelijk wat vorst en zelfs een mooie winterperiode. Door voldoende koude wordt bij veel houtige fruitsoorten de bloei en vruchtzetting beter. 

[MSDG]

@Stan W, volgens mij vindt de aanmaak van vruchthout toch plaats na de bloei? In dat geval zou je pas volgend jaar profijt kunnen hebben van de koudeperiode van dit jaar? 

[Stan W]

@MSDG Klopt, dat vindt voornamelijk vanaf het eind van de zomer plaats. De koude is echter nodig voor het doorbreken van de winterrust, het zwellen van de knoppen en het zorgt er met name voor dat de knoppen na de winter ook daadwerkelijk uitlopen en een goede groei en vruchtzetting hebben.

 

"Uit de fruitteelt is informatie verkregen over de koudebehoefte van de cultivar ‘Elstar’. Elstar heeft een grotere koudebehoefte dan andere in Nederland geteelde cultivars. In sommige jaren leidt dit tot onvoldoende doorbreking van de winterrust, waardoor problemen ontstaan met uitlopen van de knoppen en kwaliteit van de vruchtzetting."

 

Van: Onderzoek naar het verbreken van winterrust bij Malus ‘Elstar’ (wur.nl)

 

Dus kort gezegd kan onvoldoende koude in de winter er voor zorgen dat er minder knoppen uitlopen en daarmee dus ook minder bloemknoppen. Dan heb je minder bloesem/vruchten en ook van mindere kwaliteit. Geldt bijvoorbeeld voor andere houtige gewassen met een hoge koudebehoefte ook, zie bijvoorbeeld het topic Jonkheer van Tets en klimaatverandering.

4 mei 2021 aangepast door Stan W

[weknow]

Op 3-5-2021 om 09:48, Stan W zei:

Afgelopen winter was eindelijk weer eens vrij normaal met redelijk wat vorst en zelfs een mooie winterperiode. Door voldoende koude wordt bij veel houtige fruitsoorten de bloei en vruchtzetting beter. 

Dat klopt in principe. Er is kou nodig zodat de boom eerst in rust gaat. (Was in 2020 weer zeer laat...eind december nog appelbomen met vrij veel blad hier bij mij) In rust gaat de boom zich voorbereiden op nieuwe seizoen. Daarnaast een aantal uren "kou" nodig om bloemknoppen die al zijn aangelegd te laten ontwikkelen. Maar dat is dan geen vorst. Er wordt gerekend in uren dat het onder de 6,8 graden boven nul is. Hoeveel uren verschilt per fruitsoort en daarbinnen per varieteit en ras. Ik weet bijvoorbeeld dat kersensoorten meestal ergens rond de 800 a 1000 uur zitten. In de - niet biologische! - fruitteelt wordt dit bijgehouden en als het gewenste aantal uren is bereikt veelal met hormonen-behandelingen het uitlopen van de knoppen in gang gezet. Vervolgens wordt ook de vruchtdunning vaak weer via hormoonbespuitingen geregeld. 

 

Om even terug te komen op de openingsvraag die Appeltje voor de dorst stelde, denk ik dat de belangrijkste factor nog niet echt uit de verf kwam. Of een boom goed en regelmatig draagt is afhankelijk van een evenwicht tussen groeien en bloeien c.q. vruchtdracht dat wordt nagestreefd. Hard groeien (bijvoorbeeld door sterke of verkeerde  snoei, te veel of verkeerde bemesting enz) betekent weinig fruit. Veel fruit betekent weinig groei en verjonging van een boom en mogelijk ook uitputting na enkele jaren. Via allerlei factoren probeer je - in verschillende ontwikkelingsfases van een boom - naar dit evenwicht te sturen, waarbij bodemgesteldheid, verzorging, groeiwijze en ook eventuele snoei sterk bepalende middelen zijn. Bovendien spelen eigenschappen van een ras of varieteit een grote rol: sommige rassen (Bijvoorbeeld appel James Grieve die alle jaren boordevol hangt) zijn veel vruchtbaarder (= kunnen makkelijker en meer fruit dragen) dan andere rassen (bijvoorbeeld appel Gloster heeft veel last van beurtjaren, maar draagt ook in zijn betere jaren heel matig). Een van de interessante kanten van fruit kweken is dat als je een soort en ras goed leert kennen in ook dit soort eigenheden er een heel interessant en subtiel samenspel kan ontstaan. Lang niet altijd gemakkelijk om dit evenwicht in de loop der jaren te vinden en te houden. Onze fruitbomen zijn cultuurbomen (en geen puur natuur) en om een redeijke hoeveelheid kwalitatief goed fruit te kweken en kunnen blijven kweken op de lange termijn is een boeiende uitdaging.