Ga naar inhoud
Bekijk in de app

Een betere manier om deze website te gebruiken. Meer informatie.

Moestuin Forum

Een app met volledig scherm op uw startscherm met pushmeldingen en meer.

Om deze app op iOS en iPadOS te installeren
  1. Tik op Deelpictogram in Safari
  2. Blader door het menu en tik op Toevoegen aan startscherm.
  3. Tik op Toevoegen in de rechterbovenhoek.
Om deze app op Android te installeren
  1. Tik op het menu met drie puntjes (⋮) in de rechterbovenhoek van de browser.
  2. Tik op Toevoegen aan startscherm of App installeren.
  3. Bevestig door op Installeren te tikken.

blije bakkus

Leden
  • Registratiedatum

  • Laatst bezocht

Alles dat geplaatst werd door blije bakkus

  1. Notarisappel is best een lekkere appel vind ik, maar niet zo geschikt voor teelt op zwakke onderstam (M9). Het is geen echte bewaarappel, dus ja ze worden melig als je ze langer bewaart. Dat geldt zeker ook voor de zomerrassen. Ik vind eigenlijk alle zomerrassen wel lekker, mits vers van de boom gegeten. Dit is tevens het grootste bezwaar van de zomerrassen; ze worden heel snel melig en ze bewaren slecht. Als je perse een zomerras wilt planten is Discovery overigens een prima keuze vind ik. Perzikrode zomerappel, Beauty of Bath, Stark's Earliest en Yellow Transparent zijn ook heel lekkere zomerappeltjes om vers van de boom te eten, maar ook deze zijn zeker niet geschikt om te bewaren. Geschikte handappels om te bewaren vind ik de Groninger Kroon en de Lunterse Pippeling. Beide zijn zeer vruchtbare probleemloze bomen (geen zomerappels). Deze appels zijn bijzonder goed te bewaren en de smaak is neutraal friszuur (niet aromatisch) en ze kennen vrijwel geen problemen met nachtvorst, bestuiving en ziekten. Ik moet overigens bekennen dat mijn mening gekleurd is; ik ben namelijk geen liefhebber van het befaamde aromatische Cox-aroma dat vooral in de zeventiger jaren zeer geliefd was. We vinden het geparfumeerde Cox-aroma o.a. terug in de Alkmene, de overbekende Elstar en natuurlijk de Cox zelf. Het cox-aroma smaakt in eerste instantie lekker bij de eerste hap, maar de smaak gaat heel snel tegen staan vind ik.
  2. Beetje off-topic weliswaar, maar toch maar even geplaatst ter info. De negatieve invloed van hoge bomen op gewasteelt wordt door veel mensen onderschat, maar deze invloed is bij boeren maar al te goed bekend. Zie deze link: http://cherthollowfarm.com/2012/08/how-trees-affect-garden-farm-crops-in-drought/ En zie deze foto: Het gaat niet alleen om lichtconcurrentie, maar ook om voedselconcurrentie en om water!Dat wil dus niet zeggen dat gewasteelt nabij hoge bomen niet mogelijk is, echter de bomen hebben wel degelijk een nadelige invloed op de groei. Ook kunnen de hoge bomen een uitvalsbasis zijn van meeldauw en rupsaantastingen in het voorjaar. Berucht zijn de rupsen van de kleine wintervlinder die zich langs spindraden uit hoge bomen naar beneden laten vallen en met behulp van de wind landen op nabijgelegen gewassen. Overigens beweer ik niet dat de achterblijvende groei van het perenboompje perse door de hoge bomen veroorzaakt wordt, maar bevorderlijk voor een gezonde groei is het in ieder geval niet.
  3. Beurré Clairgeau op zaailing: deze peer groeit zeer zwak en steil opgaand. Is deels zelfbestuivend, en geeft zeer mooie grote vruchten met rode blos. Normaal zou ik deze variëteit nooit adviseren maar voor deze specifieke omstandigheden wel. Beurré Clairgeau heeft wel een beschutte standplaats nodig (uit de wind) en een boompaal. http://www.bongerdgrooteveen.nl/peren/Beurre_Clairgeau/Beurre_Clairgeau.php
  4. Ik vind het ook niet zo mooi, zo'n witte stam. Bovendien zijn er goede alternatieven die minder permanent van aard zijn, bijvoorbeeld winterbespuiting tegen insecten in combinatie met gaatjesplastic dat tijdelijk aangebracht kan worden om het boompje in de kwetsbare jeugdjaren te beschermen tegen vorst in de winter. Dat de kleur van de stam grote invloed heeft op de temperatuurschommelingen heb ik overigens zelf mogen ondervinden. Ik heb eens insectenlijm aangebracht rechtstreeks op de stam van een jonge perenboom. Dat was niet zo slim van mij. De insectenlijm trekt stof aan, waardoor de stam plaatselijk zwart wordt en zwart blijft gedurende vele jaren. Juist op deze zwarte plek ontstonden vorstscheuren in de winter, omdat de stam bij de zwarte plek veel warmer wordt als de zon schijnt en vervolgens 's nachts weer heel snel afkoelt in de winter als het vriest
  5. WillemGN: Zou het zo kunnen zijn: In het vroege voorjaar is er nog voldoende licht. Later in het jaar staat het bos op de achtergrond vol in het blad en ondervindt je boompje lichtconcurrentie waardoor de groei terugvalt.
  6. Powerlite: Juistem
  7. Aan de hand van het blad is het vrijwel onmogelijk om te bepalen welke variëteit je hebt. Het is in ieder geval wel een peer. Je hebt deze foto in het vroege voorjaar genomen en dan is het blad dikwijls nog een beetje rood en dun. Normaliter heb je enkele rijpe vruchten nodig om te kunnen bepalen wat voor variëteit je hebt en die heb je helaas nog niet. Toch is er nog hoop . Zoals al eerder gezegd zijn die perenboompjes bij Kruidvat en Karwei vrijwel altijd D. du Comice of Conference. Als je nu iemand kent met een Conference of D.du Comice, dan kun je een klein takje afbreken van deze boom en deze naast een takje van je eigen boom leggen. Omdat er waarschijnlijk maar twee mogelijkheden zijn (Comice of Conference), moet het denk ik wel lukken om op die manier te bepalen welke peer je hebt. Die hoge bomen op de achtergrond zijn overigens niet bevorderlijk voor de groei van een jonge perenboom maar dat wist je waarschijnlijk al.
  8. Ik vind hem het meest lijken op een Légipont: http://www.bongerdgrooteveen.nl/peren/Fondante_de_Charneu/Fondante_de_Charneu.php Wat is jouw mening Persica?
  9. Ook nog wat stoofperen dan! Eerst een link naar een afbeelding van de IJsbout, vervolgens Gieser Wildeman, Provisiepeer St Remy en handpeer Zwijndrechtse Wijnpeer. http://library.wur.nl/speccol/fruithof/fruit/Pee/Tekst/PeeT51.htm
  10. Nou ik ben er maar eens even voor gaan zitten en heb wat afbeeldingen gevonden met dwarsdoorsnedes van verschillende peren. Het klokhuis heeft bij elke variëteit namelijk een unieke vorm. Nu moet het dus zeker lukken om te bepalen wat voor peer het is! Pas op voor je vingers bij het doorsnijden van de peren Persica !
  11. Als je een doorsnede maakt van één van de appels kun je zien of het een Brabantse Bellefleur is of een andere appel. Let hierbij met name op de vorm van het klokhuis, deze moet precies overeenkomen. Hier een doorsnede van de Br. Bellefleur:
  12. Ik ken de Zoete Ermgaard niet uit eigen ervaring, maar wat ik weet uit de literatuur is dat dit een typische ouderwetse zoete potappel is. De zoete appels van vroeger waren zoet en droog en meestal niet geschikt als handappel. Zoete appels werden vroeger gebruikt om te stoven of om te drogen. Ze werden dus niet gebruikt als handappel, want de smaak is zoet en droog en met heel weinig zuur. De smaak is echt niet te vergelijken met wat wij tegenwoordig onder een zoete appel verstaan zoals bijvoorbeeld de Pink Lady; deze is ook zoet, maar veel sappiger en knapperiger en daarom zeer geschikt als handappel. De ouderwetse zoete appels werden vaak gebruikt als wintergroente in de hete bliksem, vanwege de eigenschap dat ze bij het koken heel bleven. Dit 'heel blijven' en het ontbreken van zuren wordt over het algemeen als onwenselijke eigenschap beschouwd bij het maken van appelmoes.
  13. De tweede boom met die rode appeltjes doet mij denken aan een Brabantse Bellefleur maar ik weet het niet zeker. Alle appels zijn vanuit dezelfde hoek gefotografeerd, dit maakt het lastig om de vorm goed te zien. Wat mij opvalt is dat de appeltjes een nogal korte dikke vruchtsteel hebben en een waslaag (sluier). Verder weten we dat de vruchten rood zijn en rijpen in oktober en tamelijk éénvormig zijn. Op basis van deze gegevens moet het toch lukken om de variëteit op naam te brengen. Kun je meer vertellen over de deze 'tweede appelboom'? Weet je misschien in welk jaar de boom geplant is (bij benadering)? Zijn de appels goed bewaarbaar? Zijn ze zuur, zoetzuur, sappig of droog? Groot of klein? Hebben ze strepen, roest of lenticellen (stippeltjes)? Close-up foto met zij-aanzicht is natuurlijk zeer welkom.
  14. Tja het moet toch wel bijna zeker een redelijk courante variëteit zijn als ik zo luister naar de herkomst van het boompje. Als het geen stoofpeer is maar een handpeer, en de vrucht is nog heel erg hard, dan zou het misschien een Comtesse de Paris kunnen zijn. Al moet ik zeggen dat deze meestal veel meer roest heeft op de schil. Comtesse de Paris rijpt erg laat af, als ze al rijp wordt. En ze is niet zelfbestuivend dus dat zou de geringe opbrengst kunnen verklaren.
  15. Suikerpeer is het niet, want deze rijpt in augustus.
  16. De kleur van de schil lijkt heel erg op een Légipont. Maar een Légipont is niet stomp aan de bovenkant. De stompe bovenkant doet weer meer denken aan een Conseiller a la Cour, maar die zie je maar heel weinig meer in Nederland. Zie Pagina 12 en pagina 19 van de bijlage in de link: http://www.provant.be/binaries/5-Fruitwijzer-Peren_tcm7-119876.pdf Een foto waarop de aanzet van de vruchtsteel zichtbaar is kan wellicht uitsluitsel geven.
  17. Jacques Lebel (deze appel wordt zoeter na bewaring) of Bramley's Seedling en natuurlijk de Schone van Boskoop zijn de eerste variëteiten waar ik aan denk bij een moesappel. Deze variëteiten hebben wel een geschikte bestuiver nodig tenzij je genoegen neemt met minimale opbrengsten. Persoonlijk vind ik zure appels veel lekkerder appelmoes geven dan zoete appels, maar dat is een kwestie van smaak. Hier een link naar geschikte moesappels, er staan nogal wat oude variëteiten tussen: http://www.npv-pomospost.nl/pomospost/1994/Winter/De%20beste%20moesappel.htm
  18. Pruimenbomen snoeien bij voorkeur na de bloei (late voorjaar of zomer) ter voorkoming van infecties.
  19. Ik heb nog een oud boekje uit 1948 (!) gevonden met een overzichtelijk plaatje van de snoei in de jeugdfase bij fruitbomen. Dit is de snoei in het eerste en tweede jaar, zoals die vroeger veel voor hoogstambomen werd gebruikt. Deze snoei is ook toepasbaar voor struikvormen. De bovenste foto is de snoei in het eerste jaar. De onderste foto is de snoei in het tweede jaar. De eerste jaren telkens snoeien op een buitenoog om een open kroonvorm te krijgen. Fors snoeien in de jeugdfase betekent dat je later minder hoeft te corrigeren. Links de bolvormoge kroon (vaasvorm), deze is met name geschikt voor pruimenbomen. Rechts de kroon met harttak (pyramidale kroon). Uitbuigen van de takken kan natuurlijk ook. Ik ben zelf niet zo'n houtje-touwtje liefhebber omdat ik meer van de hoogstamvormen ben, maar het kan zeker een nuttig hulpmiddel zijn. Uitbuigen doe je in de zomermaanden.
  20. @willy: de groei zit er in ieder geval goed in bij je pruimenbomen! De bomen van je buurman zijn een perfect voorbeeld van hoe het niet moet. Snoeiadviezen geven op een forum is erg lastig. Bij pruimenbomen zijn in ieder geval een aantal zaken belangrijk: *boomspiegel liefst zwart houden. *het aanhouden van een harttak is vaak niet zinvol omdat deze zich dikwijls gaat gedragen als gesteltak. *de vaas- of schaalvorm is het meest effectief, deze zorgt voor goede belichting en doorluchting. *snoeien bij voorkeur na de bloei (late voorjaar of zomer) ter voorkoming van infecties. *in zijn algemeenheid geldt; liefst zo weinig als mogelijk snoeien Wat mij altijd opvalt bij pruimenbomen zijn de enorme verschillen in groeikracht. Reine Claude d' Althann en Reine Claude d'Oullins groeien vele malen sterker dan bijvoorbeeld de zwak groeiende Czar of Reine Victoria. Het is wijs om hier rekening mee te houden zodat je de juiste plantafstand kunt bepalen. De verschillen in groeikracht zijn echt gigantisch!
  21. Ik doe de stoofperen ook altijd in jampotjes, gaat prima! Potjes met een grote opening werken het fijnst. Het is van groot belang dat je de potjes tevoren met kokend water reinigt. Binnenkant van het dekseltje zeker niet vergeten!
  22. Determineren is vooral een kwestie van wegstrepen. De appel op de foto heeft twee typische kenmerken: Ze heeft sterk een afgeplatte vorm en ze is extreem groot en zwaar (en ze rijpt eind september). De rijptijd helpt ons helaas niet verder want de meeste appels rijpen rond deze tijd. De andere twee eigenschappen zijn echter zeer specifiek. Er zijn maar weinig appelvariëteiten die 500 gram of meer wegen. Op basis daarvan kun je dus heel veel wegstrepen en hou je nog maar een paar variëteiten over. Vervolgens kijk je naar de kleur en je kijkt of de appel streepjes heeft of lenticellen of geen van beide. Vervolgens kijk je of ze een lang steeltje of een kort steeltje hebben en dan ben je er al bijna
  23. Dat is inderdaad het risico van zaailingen: tegenvallende vruchteigenschappen. Maar geen nood, gewoon 3 minuutjes koken die perziken en wat vanille suiker erbij en ook deze perziken zullen heerlijk smaken.
  24. F. Houweling: Das iets teveel eer. Ik zit ook maar gewoon te googelen net als iedereen. Eigenlijk ben ik meer gespecialiseerd in pruimen en peren dan in appels . Appelvariëteiten zijn er gewoon veel te veel, dat maakt het zo moeilijk om ze te determineren.
  25. Joepie!!! Ik Ben dolgelukkig! Het was een hele uitdaging!

Browser pushmeldingen instellen in uw browser

Chrome (Android)
  1. Tik op het slotpictogram naast de adresbalk.
  2. Tik op Machtigingen → Meldingen.
  3. Pas uw voorkeuren aan.
Chrome (Desktop)
  1. Klik op het hangslotpictogram in de adresbalk.
  2. Selecteer Site-instellingen.
  3. Zoek Meldingen en pas uw voorkeuren aan.