oscardevos

Hallo Karel. Ik zie nu waarop de Kratky methode is gebaseerd: het onderste deel van het wortelstelsel hangt in de voedingsoplossing, het bovenste deel blijft lekker vochtig door de "afgesloten" ruimte waar voldoende zuurstofopname plaatsvindt. Er is daaroor geen beluchting nodig. Dit systeem is geschikt voor snelle groeiers lees ik, vooral bladgroenten (sla, spinazie) en sommige kruiden. Het idee van het systeem is dat je eenmalig voedingsoplossing in de bak doet. In het begin heb je een groot volume voedingsoplossing en kleine wortels/klein luchtvolume. In de loop van de tijd neemt het voedingoplossing volume af door opname via de wortels en neemt het luchtvolume toe. Helemaal volgens het plaatje dus. Ik neem aan dat dit bij jou exact zo werkt. Ik denk dat je in één bak planten moet kweken die even snel groeien - vooral qua worteldiepte- zodat je ze ongeveer gelijktijdig kan oogsten. Is dat bij jou zo? Het valt me op dat je bv. tijm hebt in de bak. Dat is toch een flink langzame groeier. Als je tijm continu in deze bak hebt staan, gaat dit zonder verversing niet werken. Ook lees ik dat je voor grotere planten als tomaat en paprika je grotere containers nodig hebt. Logisch, want het principe van dit systeem is dat je niet hoeft te verversen toch? Ik ben bang dat je voedingsoplossing op dit moment is uitgeput v.w.b. bepaalde nutriënten. Kun je aangeven hoe vaak je in dat halfjaar de oplossing hebt ververst? Heb je dan ook de pH gecheckt en aangepast tot het aanbevolen bereik (5.5-6.5)? Hoe vaak heb je de pH tussendoor gecheckt? Ik denk dat dit een prima systeem is voor snelle groeiers. Als je het voor langzame groeiers wilt gebruiken zul je op z'n minst de zuurgraad, maar ook de zoutconcentratie moeten blijven screenen, zodat je weet wanneer je moet aanpassen/verversen. Ook niet helemaal onbelangrijk is de schommeling van temperatuur van de voedingsoplossing. Wellicht koelt de oplossing nu 's nachts wat teveel af? Ik hoop dat je hier iets mee kunt. Ik vind deze kweekmethode een flinke uitdaging.

Karel, Alle symptomen zijn waarschijnlijk veroorzaakt omdat je de voedingsoplosing niet belucht. Het is niet anders dan je plant op schotel continu in een plas met water zetten. Opname van voedingsstoffen is een actief proces, wat zoveel betekent dat je wortels lucht nodig hebben. Zonder lucht gaan de wortels in een hydropoon milieu verslijmen door microbiële groei en dan maak je de plant vatbaar voor ziekten. Uiteindelijk gaan ze stuk voor stuk dood.

Wat voor grond gebruik je dan in je pottenteelt? Bijna alle soorten van de genoemde geslachten (Trichodorus en Paratrichodorus) hebben sterke voorkeur voor zandgrond en zetten eitjes af in de grond. Als je moestuingrond gebruikt, (voor welke pottenteelt dan ook) dan toch handig om hiervoor de juiste plek te selecteren.

Goede vragen Want in de tabel staat nl. dat de vermeerdering van bepaalde serotypen van TRV overgebracht door Trichodorus primitivus en Paratrichodorus teres resp. weinig en sterk is in Tagetes patula. Ik heb de betekenis van die puntjes gevonden in een andere publicatie van Kennisakker (tabel 6B). Tagetes is hier dus geen vanggewas voor de aaltjes, maar een echte gastheer voor de TRV. Vanggewassen laten de aaltjes ontluiken, maar laten ze niet toe om tot volledige ontwikkeling te komen. Hierdoor neemt de populatie aaltjes af. Dat is leuk voor plantparasitaire aaltjes die geen virussen overbrengen. Toch goed om te weten, dat als je denkt om via kweek van Tagetes in je moestuin aaltjes kwijt te raken, je juist helpt om een andere belager (TRV) te vermeerderen (hoewel hier alleen Tagetes patula is getoetst). Ik denk ook beter om een ruime teeltwisseling aan te houden. Maar als de vermeerdering ook in peen/ui plaats vindt en er zoveel vraagtekens zijn m.b.t. de vermeerdering van bepaalde serotypen TRV (overgebracht door specifieke aaltjes) in de getoetste gewassen, vraag ik me af in welke andere gewassen (maar ook onkruiden) de vermeerdering nog meer plaatsvindt. Wellicht voor mij een tijd lang geen aardappelen (en peen en uien) meer telen? Ik wacht volgend jaar af maar schat zo in, dat ik dit probleem niet zomaar kwijt ben

Iwan, inderdaad geen specifieke vraag gesteld Dus meer informerend van aard. Ik vind dit een goed voorbeeld om toepassing van een vruchtwisseling te promoten. En misschien geeft het ook reden voor een discussie of vragen zoals die van Patrijs.

Vandaag zag ik bij het schillen van de aardappeltjes (Nicola) in flink wat exemplaren bruine kringen terwijl aan de buitenzijde niets vreemds zichtbaar is: Het blijkt veroorzaakt te worden door tabaksratelvirus (TRV), die door indringing van aaltjes (Trichodorus en/of Paratrichodorus) wordt overgebracht. Sommige aaltjessoorten in mijn moestuingrond bevatten blijkbaar TRV. Volgens het schema op desbetreffende pagina zijn ui en Tagetes ook goede gastheren. Gelukkig kweek ik geen ui meer sinds ik 80% verloor a.g.v. schade door de uienvlieg. Ik lees in een publicatie ook dat Trichodorus in de grond horizontaal 10 cm in 72 uur kan migreren. Maar waarom zou een aaltje uit een veldje met fijne gastheren willen migreren? Laat ik volgend jaar in mijn oude aardappelveldjes maar 's wat Tagetes zetten. Misschien is mijn vruchtwisselingsschema zo gek nog niet

Alleen de timelapsed filmpjes zijn de moeite van het kijken al waard Uit WUR Intranet 6 dec'17: Morgenavond zal het populair wetenschappelijk programma “De kennis van nu” helemaal gewijd zijn aan regenwormen! Aan wormenpoep om precies te zijn, want dat is “het zwarte goud” in de bodem. In de uitzending is er veel aandacht voor het wormenonderzoek van Ingrid Lubbers (Bodemgeografie en Landschap), Hannah Vos (Bodemchemie en Chemische Bodemkwaliteit) en Jan Willem van Groenigen (Bodembiologie en Biologische Bodemkwaliteit). De belangrijke rol van wormen bij het reguleren van nutrientencycli in de landbouw komt uitgebreid aan bod, en Hannah vertelt in het gloednieuwe “wormenhotel” en in het CBLB lab over haar onderzoek naar verhoogde fosfaatbeschikbaarheid in de bodem door wormen. Ingrid vangt wormen en laat haar vermicomposteringsbak zien, en Jan Willem vertelt over de rol die wormen spelen bij broeikasemissies uit de bodem. Ook mag Hannah in een soort van “Keuringsdienst van aarde” rol haar licht laten schijnen over de “wormencompost” die verkocht wordt als wondermest en vooral erg populair lijkt onder wiettelers. De NTR heeft dankbaar gebruik gemaakt van de vele mooie timelapse filmpjes die fotograaf/kunstenaar Wim van Egmond samen met Ingrid, Jan Willem en Gerlinde De Deyn heeft gemaakt in de afgelopen jaren. De uitzending is op donderdag 7 december, om 19:20 op NPO 2. In the VPRO gids staat een gerelateerd artikel met veel aandacht voor het onderzoek van Jan Willem.

Kapokboomzaden te koop bij Onszaden in Wageningen. Gegarandeerd geen wildplassers meer bij aanplanten van deze boom

Nicola is een goede bewaaraardappel. Die van mij liggen in de schuur in plastic bakken met jute zakken eroverheen gedrapeerd. Ik haal ze in kleine partijen binnen voor de consumptie. Alles binnen halen is niet handig. Ze gaan door het verschil in temperatuur natuurlijk uitlopen. Dan toch maar iets kouder worden dan 5 graden Celsius. Komt er een mooi zoetje in Goed te combineren met mijn zoete wortels tot zoete hutspot

Het lijken wel kunstbloemen, zo ongeschonden en qua kleuren ook. Mooi!

Rezarose zie [ur=https://www.moestuinforum.nl/blad-van-munt-basilicum-en-rozemarijn-aangetast-t21108.htmll]post[/url] Ik denk aan larven van mineervliegen in peterselie (de zwarte puntjes in de gangetjes zijn uitwerpselen) en zuigschade van trips in je munt. Kijk eens goed onder de muntbladeren. Misschien kun je ze ontdekken. Bij welke omstandigheden staan de planten? Binnen/buiten? Temperatuur?

Uit; Wageningen University & Research Intranet 15 nov. 2017: Nederland heeft een lagere diversiteit aan bospaddenstoelen in vergelijking met gebieden in het buitenland die veel minder stikstofdepositie hebben. “Maar het gaat langzaam de goede kant op,” zegt Wim Ozinga. Ook het CBS stelde vast dat veel bospaddenstoelen weer aan een opmars bezig zijn. Een gevolg van een wat beter milieubeleid en het (deels) terugdringen van de stikstofovermaat. De wereld van de paddenstoelen is een onderschatte wereld, vindt Ozinga. “Er wordt altijd gesproken van flora en fauna. Maar je zou eigenlijk moeten spreken van flora, fauna en funga. Want het is echt een apart rijk, naast de dieren en de planten.” Paddenstoelen, en met name ectomycorrhiza-vormende paddenstoelen, zijn kwetsbaar voor stikstofovermaat, omdat zij voorkomen in gebieden die van nature voedselarm zijn. Zij verzorgen een groot deel van de stikstofvoorziening van bomen, in ruil voor suikers en vormen in bossen een soort ondergronds ‘wood wide web’ van schimmeldraden. Bij stikstofovermaat hebben de bomen de schimmels niet meer zo nodig, en kunnen de paddenstoelen fluiten naar hun suiker. Suikerbehoeftige paddenstoelen zullen dan als eerste verdwijnen, zegt Wim Ozinga. Dat geldt vooral voor soorten met een uitgebreid netwerk van schimmeldraden in de bodem, die toch al veel te lijden hebben gehad van vermesting, verzuring en verdroging. Hoewel de uitstoot van stikstof al sinds de jaren ’90 aan het afnemen is, leek dit tot voor kort weinig effect te hebben op paddenstoelen. Het CBS meldt nu op basis van analyses van karteringsgegevens van de Nederlandse Mycologische Vereniging dat veel ectomycorrhiza-vormende paddenstoelen zich weer enigszins herstellen. Zo was de cantharel sterk achteruitgegaan, maar hij neemt nu weer toe. Al eerder is vastgesteld (door Eef Arnolds) dat de stekelzwammen het weer beter doen. Dat dit herstel gerelateerd is aan de verlaging van de stikstofneerslag is vrijwel zeker, zegt Thom Kuyper in Down to Earth Magazine. “Op een specifieke plek kunnen veranderingen nog te maken hebben met weervariaties, lokaal bosbeheer of intensiever zoeken naar paddenstoelen. Maar als je de gegevens over heel Nederland over meerdere jaren bekijkt, kun je die factoren uitsluiten. Dan blijft alleen de verminderde stikstof over als oorzaak.” Na-ijleffect Maar we moeten niet te vroeg juichen, zegt Wim Ozinga in datzelfde verhaal in Down to Earth Magazine: “Het gaat vooral beter op plekken waar zich de afgelopen decennia minder stikstof heeft opgehoopt, bijvoorbeeld langs paden en lanen. Dieper in het bos treedt een na-ijleffect op, waardoor stikstof nog lang in de bodem achterblijft. En op zandgronden is de bodem soms sterk verzuurd door ammoniak. Het is dus een dubbel verhaal: het milieubeleid werkt, maar er moet nog veel gebeuren.” Dit wordt onderstreept door metingen van het RIVM waaruit blijkt dat de gemiddelde concentratie stikstofdioxide in 2016 weer iets gestegen is ten opzichte van 2015. Op landgoederen ligt de situatie net iets anders. Daar groeien soorten die je in bossen bijna niet meer ziet, vertelde Wim Ozinga tegen Volkskrant-journalist Caspar Janssen, die een jaar lang langs alle Nederlandse natuurgebieden en landschappen wandelt, en daarvan dagelijks verslag doet in de krant. Ozinga liep een stukje met hem mee (verslag hier en hier), om de paddenstoelenproblematiek uit te leggen. “Landgoederen met oude lanen zijn voor veel paddenstoelen een soort refugium, omdat het stikstofgehalte er net iets lager is, er meer oudere bomen staan en er meer openheid is. Zo’n refugium is belangrijk voor de overleving van soorten die gevoelig zijn voor stikstof en biedt mogelijkheden voor de kolonisatie van andere gebieden zodra de milieukwaliteit verder verbetert. Het heeft allemaal met de weerbaarheid van het systeem te maken, daar spelen al die soorten een rol in. Elke paddenstoel heeft zijn eigen specialisme. Je kunt er vast een paar missen, maar je weet nooit wanneer het er één te veel is.”

Zaadhandel Van der Wal is erg servicegericht. In 2015 had ik een netje Mayan Gold Aardappelen, waarvan er meerdere op morieljes leken, zo ingedroogd waren ze. Oplossing van Van der Wal: verpakking nagestuurd met een goede uitleg over de oorzaak van de indroging. In 2016 had ik een min-max thermometer voor in de kas gekocht. De luchtbelletjes bleven zich ontwikkelen, ook na een goede reset. Uitlegd aan dhr. Van der Wal en een nieuwe ontvangen. Ook in 2016: veel Dahlia's besteld, maar was men vergeten om van enkele variëteiten meerdere verpakkingen te sturen. Fotootjes gemaakt (de verpakking was immers te klein om ook de missende 8 verpakkingen te bevatten). No questions asked, dhr. Van der Wal stuurde me deze na. Dit jaar had ik veel slechte bollen in 3 typen Allium verpakkingen zitten. Was me bij ontvangst niet opgevallen. Mogelijk is dat gebeurd nadat ze uit de koeling zijn gehaald, dat is vaak een trigger voor aantasting. Foto's gemaakt, gedeeld met dhr. Van der Wal en is heb nieuwe verpakkingen ontvangen. Daarom blijf ik dus klant bj Zaadhandel Van der Wal. Service/nazorg van Alpine-Plants is weer het tegenover gestelde. Vragen over een overleden blauwe bes (wat kan er verkeerd zijn gegaan?) worden simpelweg niet opgepakt. Dat terwijl de begeleiding richting de bestelling erg goed was. Gemiste emails zijn gemiste kansen. Daarom bestel ik niet meer bij Alpine-Plants.

volledig droog in een plastic open bak op zolder

Je kunt proberen om de stengels te scheiden. Aan een stengel hangen altijd knollen. Direct scheuren is ook een optie, alleen niet elke solitaire knol gaat in het voorjaar uitlopen. dat komt omdat er dan geen halsje meer aanzit. Aan het halsje verschijnen de scheuten. Tip: wacht met uitdelen totdat je ziet welke knollen gaan uitlopen om teleurstellingen bij vrienden te voorkomen. Aan de hand van de scheutvorming kun je knollen verder delen en nog meer uitdelen. Het gebruik van grote of kleine knollen maakt verder niet uit voor de toekomstige grootte van de dahliaplant. Als je een cluster van knollen behoudt met diverse (oude) stengels, dan krijg je natuurlijk wel een grotere plant. Voor nu de grond van de knollen afspoelen en binnen laten drogen. Je hoeft ze echt niet in turf te bewaren.

Ben je in de war met Ostara, Bit? Korona is een junidrager hoor!

Geen ervaring met het zelf kweken van poters. De belangrijkste reden om het loof (lees: alle bovengrondse delen) in een vroeger stadium te vernietigen is het voorkomen van virusinfecties. Bij het vernietigen van het loof wordt de groei beëindigd en dan begint de schil te verkurken (afhardingsproces). Na 14 dagen kunnen zo de poters machinaal worden geoogst zonder veel beschadiging van de knollen.

Peter, prima site van firsttunnels. Kleine nuancering in je quoted tips lijkt me nuttig. Polyetheen of polyethyleen is niet bestand tegen UV-straling, mits deze UV gestabiliseerd is. De sterkte van folie is helaas geen graadmeter voor de UV-bestendigheid. UV is kortgolvig en daardoor hoogenergetisch licht; dit breekt chemische bindingen in de polymeer af. Firsttunnels levert UV gestabiliseerd, dik (0.2 mm) en daardoor matig transparant folie, maar wel met een garantie van 5 jaar. Lijkt me in elk geval een goede investering

Mooie kas hoor, gertve. Lekker die bakken op hoogte! Ik snap je bescherming van het hout met de worteldoek, maar wat is je idee achter het plaatsen daarvan op de bodem? Succes met de overstap.

Jokes, zie site voor refractometers 0-32% Brix

Nee, dat hoeft niet. Zie bericht.

Zojuist nog enkele tientallen rijpe of rijpende tomaten geplukt en al veel planten gerooid. Wat overblijft zijn nog enkele planten met mooie groene tomaten. De bladeren zijn grotendeels verwijderd. 7 dagen geleden hebben ze een laatste drupje water gehad, Ik kijk wel wanneer het echt ophoudt:

Leucocoprinus birnbaumii?

...maar met een prima aanbeveling! Bron: Intranet Wageningen University & Research van 18 oktober 2017 Veel glyfosaat in landbouwgronden: “Verlenging toelating niet verstandig.” Er is veel discussie over het gebruik en de verlenging van de toelating van glyfosaat als gewasbeschermingsmiddel. Het is het meest toegepaste herbicide in Europa. In 2016 liep de goedkeuring van de Europese Commissie voor het gebruik van dit middel af. Op dit moment wordt gesproken over verlenging van deze toelating. Voorwaarde hierbij is dat het middel geen negatieve gevolgen heeft voor de gezondheid van mensen, dieren en milieu. Waar echter nog weinig aandacht aan is besteed is de vraag naar de mate van voorkomen van glyfosaat in landbouwgronden als gevolg van de wijdverbreide toepassing ervan in de landbouw. Gisteren is een wetenschappelijke publicatie verschenen in het tijdschrift Science of the Total Environment van een internationale groep wetenschappers onder leiding van Wageningen Universiteit met daarin de gegevens van meer dan 300 bodemmonsters die genomen zijn van landbouwgronden in 10 Europese landen. Uit deze studie blijkt dat in maar liefst 45 procent van de Europese landbouwgronden glyfosaat en AMPA (het meest stabiele afbraakproduct van glyfosaat) zijn aangetroffen. Zowel de mate van voorkomen als de concentraties van AMPA waren hoger dan die van glyfosaat, tot wel 2 mg per kilo grond. (Voor bodem is er geen officiële norm, voor drinkwater is de norm maximaal 0,1 µg per liter.) “Omdat glyfosaat en AMPA als ze aan de bodemdeeltjes gehecht zijn zeer persistent zijn bestaat er een grote kans op verdere verspreiding van de verontreiniging door bijvoorbeeld winderosie of afspoeling van verontreinigde gronden,” zegt prof. Violette Geissen van de leerstoelgroep Bodemfysica en landbeheer, een van de auteurs van bovengenoemde studie. “En als glyfosaat wordt toegepast in gebieden met sterke winderosie, kunnen ook mensen er direct aan worden blootgesteld. Omdat de stof zich hecht aan zeer kleine deeltjes, kan die gemakkelijk door mensen en dieren worden ingeademd.” Behalve via de wind kunnen glyfosaat en AMPA zich ook hechten aan bodemdeeltjes en zo uitspoelen naar het oppervlaktewater. Horth onderzocht in 2012 meer dan 75.000 monsters van oppervlaktewater verspreid over Europa. In een derde van de monsters werd glyfosaat aangetroffen, in concentraties tot soms meer dan 300 µg per liter. AMPA werd in de helft van 57.000 monsters aangetroffen in concentraties tot meer dan 200 µg per liter. (Nogmaals: de norm voor drinkwater is 0,1 µg per liter.) Hoppe et al. liet 2013 zien dat in 44% van urinemonsters van 180 burgers uit 18 landen in Europa glyfosaat zat. Violette Geissen: “Dit leidt tot de conclusie dat de Europese Unie zo spoedig mogelijk ook normen moet opstellen voor glyfosaat en AMPA in de bodem. Er zijn behoorlijke potentieel negatieve effecten op de bodem-biodiversiteit, het waterleven en de mens na blootstelling aan deze stoffen. Zeker gezien de grote mate waarin wij resten van glyfosaat in bodems overal in Europa hebben aangetroffen, is het niet verstandig de toelating van glyfosaat te verlengen.”

Doet me denken aan mijn eerste post: popstadium kan van een paar weken tot een jaar duren. Ze wachten gewoon het voorjaar af! Sterk staaltje biologie!