blije bakkus

Dubbele Boerenwitte is een lekkere pruim, maar heeft absoluut een bestuiver nodig.

Inderdaad, uw veronderstelling is juist.

Opal is echt een aanrader vind ik: een vroege lekkere zelfbestuivende zoete sappige pruim met een goed aroma. Snelgroeiend, vruchtbaar en weinig ziektegevoelig. Boom wordt vrij groot, ook op zwakke onderstam. Eerste vruchten na drie jaar. Kortom: altijd succes en een echte aanrader. Victoria: lekkere pruim mits de vruchten goed gedund worden. Veel ziektegevoeliger dan Opal. Vrij zwakke groeikracht. Geen mooie boomvorm. Wel zeer grote oogsten en zeer vroeg vruchtbaar. Reine Claude Verte: Geen zelfbestuiver, boom is weinig vruchtbaar, geeft zelden grote oogsten en draagt in de meeste jaren zeer matig. Vruchten zijn zeer barstgevoelig. De vruchten hebben een nogal dikke schil, het vruchtvlees is vast en zeer zoet, maar niet erg sappig. Pluspunt: Boom heeft een mooie rustieke vorm. Mirabelle de Nancy: Matige groeikracht. Vruchten zijn zoet maar nogal droog. Zelfbestuivend, weinig ziektegevoelig, boom blijft vrij klein. Zelden grote opbrengsten. De kleine vruchtgrootte is toch wel een minpunt. Perzik: ik hoor veel mensen klagen over de krulziekte en dat perziken vorstgevoelig zouden zijn. Ik ben van mening dat perziken tot de makkelijkste fruitssoorten behoren die er zijn. Ik moet er wel bij zeggen dat ik alleen maar ervaring heb met zaailingperziken. Welk ras het is weet ik niet precies. Waarschijnlijk is het Wassenberger of Reine de Vergers. Deze soort is niet gevoelig voor de krulziekte en de bloesem bevriest vrijwel nooit. De vruchtkwaliteit is redelijk, maar niet bijzonder. De vruchtbaarheid is zeer goed, de groeikracht zeer sterk. Eerste vruchten na drie jaar. De vruchten zijn vooral geschikt voor inmaak.

De herkomst van Wichters is nogal onduidelijk. Het zou mij niet verbazen als het nakomelingen zijn van verwilderde zaailingen van Mirabelle de Nancy en wellicht ook van de Reine Claude Verte. Mirabelle de Nancy en R.C. Verte kunnen vermenigvuldigd worden uit zaad. Meestal krijg je dan bomen met van die kleine vruchtjes die sterk lijken op Wichters. Sommigen nakomelingen hebben groene vruchten, anderen hebben rode of gele vruchten, of een mengeling daarvan. De vruchten van deze zaailingen zijn meestal klein, net zoals bij Wichters. In de links wat meer info over Wichters en over enkele van de vele zaailingen van de R.C. Verte. http://www.hoogstamfruitnh.com/contentFiles/pruimen/kroosjes.html http://blog.seniorennet.be/fruit/archief.php?startdatum=1185746400&stopdatum=1186351200

Interessante discussie! Ik gebruik ook insectenlijm op mijn fruitbomen, en dan met name op de pruimenbomen. Een pot lijm is redelijk duur, maar uiteindelijk veel goedkoper dan vangbanden. De lijm zou helpen tegen de rups van de Kleine Wintervlinder. Helaas helpt die lijm in mijn situatie niet afdoende tegen de Kleine Wintervlinder, omdat de rupsen zich in het vroege voorjaar langs draden uit de hoge eikenbomen van de buren naar beneden laten vallen op mijn fruitbomen. De lijm werkt daarentegen uitstekend tegen bladluizen omdat ze de mieren beletten in de boom te klimmen. Wat de mieren precies doen met die luizen weet ik niet (beschermen, vervoeren?). Ik weet in ieder geval zeker dat een pruimenboom die ik eenmaal luizenvrij heb gemaakt en vervolgens met insectenlijm insmeer niet nogmaals hoef te behandelen tegen luizen. Pruimenbomen zonder lijm moet ik in de zomer iedere dag opnieuw luizenvrij maken. Voor mij werkt de insectenlijm dus heel goed.

Als u de Groninger Kroon nog steeds heeft: Groninger Kroon is ook een hele goede bestuiver in algemene zin. Over de Sterappel. Het probleem met achterblijvende vruchtbaarheid bij de Sterappel is inderdaad vaak de bestuiving. Het is een laatbloeiend ras, en er zijn niet heel veel laatbloeiende appelrassen beschikbaar. Vroeger werd steevast de Brabantse Bellefleur als bestuiver gebruikt voor de Sterappel. De mindere kwaliteiten van de Br. Bellefleur werden voor lief genomen, enkel omdat het zo'n goede bestuiver was voor de populaire Sterappel. De Sterappel op zijn beurt dankte de populariteit vooral aan de aantrekkelijke kleur, waardoor zij graag gekocht werd. Cox's als bestuiver voor de Sterappel is beslist geen aanrader; dit is een ontzettend ziektegevoelig ras. Dit zijn de bestuivers voor de Sterappel: Brabantse Bellefleur, Court Pendu, Cox Orange Pippin, Rode Dijkmanszoet, Dubbele Bellefleur, Glorie van Holland, Golden Delicious, Golden Noble, James Grieve, Laxtons Superb, Lombarts Calville, Zoete Bloemée, Zoete Kroon, Zoete Oranje.

Braeburn wordt bestoven door de volgende rassen: Benoni, Brabantse Bellefleur, Gloster, Golden Permaine, Idared, James Grieve, Lunterse Pippeling, Rode Dijkmanszoet, Summerred, Transparante Jaune, Zoete Bloemée, Zoete Ermgaard. Golden Delicious wordt bestoven door: Alkmene, Benoni, Cox Orange Pippin, Elstar, Gloster, Jamba, James Grieve, Jonathan, Laxton’s Superb, Lobo, Lombarts Calville, Melrose, Odin, Spartan, Tydeman’s Early, Winston. Deze rassen zijn dus geen ideale combinatie qua bestuiving. De opbrengsten zullen daarom niet optimaal zijn en een ander nadeel is dat ze ongeveer dezelfde pluktijd hebben. Dat wil zeggen een jaar lang geen appels en dan ineens in november veel appels. Nog een nadeel is dat Golden Delicious nogal ziektevoelig is. Hoewel Golden Delicious een oud ras is vind ik het nog steeds een lekkere appel overigens.

Jefferson heeft geel, vast, sappig zoet vruchtvlees met een fijne smaak en een gesuikerd aroma. Bloeitijd vroeg. De vruchten zijn eind augustus rijp. Vatbaar voor spint en loodglans. Vaak lage opbrengsten. Pruimen hangen vrij vast aan de boom. Wordt bestoven door: R.C. Oullins, R.C. Verte en Victoria, Early Laxton, Eldense Blauwe, Kirkes, Mr Hatif.

De wilde Bosbes (Vaccinium myrtillus) smaakt inderdaad veel lekkerder dan de Amerikaanse Blauwe bes. Om die reden heb ik in het verleden de wilde Bosbes opgekweekt in mijn tuin, maar ik ben er mee gestopt. Het is een lastige kweek en de opbrengsten stonden in geen enkele verhouding tot de inspanningen. De vogels waren trouwens ook dol op de bosbessen ....

Ik ben het eens met sugar. De noodzaak voor een steunpaal, maar ook de gewenste manier van snoeien hangt af van de gebruikte onderstam. Hoogstam of laagstam zegt helaas helemaal niets over de gebruikte onderstam. Mijn persoonlijke ervaring is dat perenbomen vaak met zaailingonderstammen verkocht worden, tenzij de koper specifiek naar een kwee-onderstam vraagt. De verschillen in groeikracht tussen een kwee- onderstam en zaailingonderstam zijn gigantisch.

@jack: Opal is een geschikte kandidaat voor u. Opal sluit goed aan bij de Bleue de Belgique qua bestuiving en pluktijd. Het is een lekkere pruim. Het is bovendien een gezond en vruchtbaar ras, en is heel gemakkelijk in de teelt. Reine Victoria zou ook kunnen. Echter dit ras is nogal ziektegevoelig en vormt geen mooie boom. Het is een zeer vruchtbaar ras met grote opbrengsten. De vruchten zijn lekker, mits er goed gedund wordt.

@Frank Houweling: bedankt voor je reactie! Weet je misschien ook of de bloedpeer een weerstandbiedend en snelgroeiend ras is? Ik tuinier namelijk op droge zandgrond.

Nog niet verkrijgbaar helaas.... Dan zullen we het voorlopig hier mee moeten doen als we rode peren willen: http://www.agjansenmanenschijn.nl/index.php?option=com_k2&view=item&id=18:bloedpeer-type-granaatpeer&Itemid=504 Iemand ervaring met de Bloedpeer misschien? Ik overweeg deze aan te planten.

Uit je bijdrage kan ik opmaken dat je nog nooit VBC Ultra hebt gebruikt Harrie. Probeer het gewoon een keer zou ik zeggen, je zult zien dat het spul gewoon heel goed werkt (en niet alleen preventief). Daar kan echt geen olie tegenop helaas. Gewoon proberen

@Persica: vooral naar de variëteiten. Daarover is vrijwel niets te vinden. Over vermeerdering van onderstammen is veel meer informatie te vinden, vandaar.

Beste Powerlite,weet je misschien nog van welk appelras de stekken waren die wel gelukt zijn? Ik ben daar erg in geinteresseerd. Ik vind het stekken van appel en peer een boeiend onderwerp waar helaas maar weinig over te vinden is in de literatuur en op internet, vandaar mijn belangstelling.

Ik denk dat Appelvrouw gelijk heeft. Dit zijn geen Mirabellen. De gele vruchten op de foto zijn volgens mij van de Myrobalan, oftewel Prunus Cerasifera. De Prunus Cerasifera (Kerspruim) wordt vaak verward met de Prunus insititia (Mirabel of Kroosjespruim). De soorten zijn bijna niet te onderscheiden voor een leek. Mirabelle de Nancy (behorend tot Prunus insititia) rijpt zo rond 20 augustus, de vruchten zijn okergeel met rode spikkeltjes. Het vruchtvlees is droog en zeer zoet.

Bedankt voor je reactie Bit! Leuk om te horen dat er veel meer mogelijk is dan vaak verondersteld wordt met het stekken van fruit, ondanks de genoemde nadelen.

Die dikwijls geadviseerde lijmbanden werken inderdaad niet als je hoge bomen in de buurt van je fruitbomen hebt staan. Vooral eikenbomen zijn wat dat betreft berucht. De rupsen laten zich vanuit de hoge eikenbomen aan lange draden naar beneden laten vallen in je fruitbomen. Je fruitbomen overleven het wel, maar je krijgt op die manier nooit vruchten. Pyrethrum vloeibaar is een goed bruikbaar en vrij onschuldig middel dat goed werkt tegen rupsen. Vroeg in het voorjaar beginnen met spuiten en regelmatig herhalen, want het middel werkt maar heel kort.

Dit is zeer eenvoudig op te lossen, door een winterbespuiting toe te passen met het middel VBC Ultra. Winterbespuiting met VBC Ultra geeft een preventieve bescherming tegen takschurft, het dood namelijk wieren, algen en korstmossen op de bespoten delen van de boom. Hoewel deze mosachtige aangroeisels niet schadelijk zijn voor de boom hebben ze wel de vervelende eigenschap dat zij zeer lang het vocht vast houden. De boom blijft hierdoor beduidend langer nat. Langdurig natte stammen en takken in combinatie met een bepaalde buitentemperatuur bevorderen takschurft.

Ik denk dat het geen zaailingen betreft maar wortelopschot, zoals al eerder geopperd. Deze boompjes hebben aldus dezelfde eigenschappen als de onderstam die gebruikt is voor je pruimenboom. De meest gebruikte onderstam is de st Julien A. De st Julien A is een soort die kleine gele pruimjes geeft (een soort Mirabellen). Je hebt nu dus kleine st julien A boompjes. Er zijn overigens ook pruimensoorten die je wel degelijk kunt zaaien. Uit eigen ervaring weet ik dat de Reine Claude Verte min of meer soortecht uit zaad is en dat geldt ook voor de Mirabelle de Nancy.

Interessant onderwerp. Meestal hoor je dat dit niet kan. Ik heb echter ooit gelezen dat de appelrassen Benoni en Lunterse Pippeling zich vrij eenvoudig laten stekken.Ik heb het zelf nooit geprobeerd. Nadeel lijkt me dat je de groeikracht van je stek niet kunt sturen of aanpassen aan de grondsoort. Bovendien zijn veel van de gebruikte appel-onderstammen geselecteerd op ziekte-resistentie. Als je een boom gaat stekken mis je deze resistentie mogelijk. Lijkt me interessant om te horen van mensen die praktijkervaring met stekken van appels/peren/pruimen hebben!

Excuses voor mijn (erg) late reactie. De appel op de foto lijkt erg op de 'Beauty of Bath', een zomerappeltje dat je tegenwoordig niet veel meer ziet. Het is in ieder geval zeker niet de Transparante Jaune.